Tonny Hartsuijker: “Het is geweldig dat er zo’n noaber is.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau
Tonny Hartsuijker: “Het is geweldig dat er zo’n noaber is.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau

'De patiënt hoeft het niet
alleen te doen'

"75 Procent van de mensen wil thuis sterven, maar 34 procent lukt het echt, want je hebt dan veel mensen om je heen nodig. Hoe gaan we dat vormgeven?" Deze vraag houdt Tonny Hartsuijker van thuiszorgorganisatie Buurtzorg al jaren bezig. Door samen te werken met Noaberhulp kan veel beter aan die wensen tegemoet worden gekomen.
"We zien vergrijzing. Meer alleenstaanden. Kinderen die verder weg wonen", somt Tonny op. Allemaal factoren die het lastig maken om in je vertrouwde omgeving te kunnen overlijden. Sommigen wonen al 91 jaar op dezelfde plek - dan is het toch geweldig dat zo'n noaber er is?"

'Ieder mens is uniek'
Wanneer een arts een terminaalverklaring afgeeft, is de levensverwachting korter dan drie maanden. Buurtzorg kan wekelijks een beperkt aantal terminaal geïndiceerde uren inzetten. "Dat is te weinig voor 24 uur per dag, zeven dagen per week zorg", rekent Tonny voor. "Toch wil je het liefst in die laatste levensfase 24-uurs zorg leveren en de patiënt zoveel mogelijk ondersteunen. Omdat dat niet altijd vanuit de zorg kan, is het mooi als Noaberhulp er twee tot drie nachten is. Voor ons is dat essentieel geworden. Wij hebben gemiddeld dertig keer per jaar te maken met patiënten in hun laatste levensfase. Ieder mens is uniek, dus we kijken steeds wat er nodig is. Ik wil weten wat bij de persoon past. Je kijkt wat er nodig is aan zorg, maar je hebt altijd je netwerk nodig. Ik ben ook wel eens naar de overburen van een patiënt gestapt om te vragen of ze iets voor haar wilden doen. Uitgangspunt is bij ons altijd wat kán, niet wat móet. Kinderen moeten ook gewoon kinderen kunnen blijven. Gelukkig kunnen we dus, als het allemaal te veel wordt, Noaberhulp inschakelen. Door goed samen te werken, kunnen we fantastische zorg bieden. Samen kunnen we zoveel meer doen en groeien zodat we nog meer mensen die thuis willen sterven, in hun eigen woonomgeving, kunnen ondersteunen."

'Naast mijn medemens'
Tonny, die eerst als medisch laborante en daarna ruim twintig jaar als doktersassistente werkte, maakte een carrièreswitch naar hbo-v. Met dat diploma werd ze coördinerend wijkverpleegkundige bij Sensire en later Buurtzorg. De palliatieve zorg boeide haar meteen en als wijkverpleegkundige werd ze veel ingeschakeld voor de 'technische thuiszorg', zoals pompen voor sedatie thuis aansluiten. Vragen hierover kwamen dan ook al snel bij haar terecht. Ze sloot zich aan bij het palliatief netwerk in de regio en ze bezoekt jaarlijks congressen om bij te blijven. "De patiënt hoeft het niet alleen te doen, we kunnen veel samen. Ik vind het bijzonder dat je het verschil kan en mag maken in zo'n fase. Dat ik naast mijn medemens mag staan, dat vind ik zo mooi om te doen. Als ik straks met pensioen ga wil ik ook vrijwilliger worden."