Verlangens en Bokbier

Na een paar decennia mijn geluk elders te hebben gezocht, heb ik besloten om in de herfst van mijn leven terug te keren naar Zutphen. De hoofdstad verleent een zekere glans, maar bij het onophoudelijke geluid van ratelende rolkoffers en een urinevlek naast de voordeur in de vorm van Zuid-Amerika is het onvermijdelijk dat zich vroeg of laat een droombeeld vormt van een slaperig Middeleeuws stadje aan de rand van de wereld, omsloten door groene bossen en meanderende rivieren.
'Zutphen,' prevelde vriend Arend en hij zuchtte diep. 'Weet je waar het pas echt rustig is? Tussen zes planken,' daarmee suggererend dat het een verkapte doodswens van me is. Wellicht is het dat ook. Maar laat ik niet op de zaken vooruitlopen, doodgaan kan altijd nog.

Had ik mijn vriend maar uitgenodigd voor de hoog-culturele avond in de buitensociëteit van Van Someren & ten Bosch. Ons gezamenlijke idool A.L. Snijders kreeg het woord en begon onnadrukkelijk en tegelijk zó droogkomisch te mompelen dat alle zeshonderddertig aanwezige intellectuelen hikten van het lachen.
Ik was er niet geheel zonder scepsis heengegaan en geef direct toe dat dat samenhing met jaloezie. Waarom vraagt mevrouw Soepnel Adriaan van Dis en Neeltje Maria Min op het podium en wordt ondergetekende gepasseerd? Wellicht komt dat omdat ik pas drie maanden in Zutphen woon. Aan mijn glanzende carrière bij Panorama kan het niet liggen.
De muziek, ach die muziek, die maakte alles goed. Melancholisch en troostend tegelijk. Ze balsemde, verwarmde en sneed door de ziel. Tweeënzeventig jaar gemis, liefde, onvermogen en verlangen werden wakker gekust en kreeg ik diezelfde avond gelukkig weer in slaap.

Iets anders; wat een leuke burgemeester heeft deze verhuizing mij opgeleverd. Ze werd op nonchalante wijze toegesproken door een heerschap met een scheef dichtgeknoopt jasje en gaf een vaas aan de jubilerende boekhandel waarbij ze vermeldde dat het een echt kunstwerk betrof. Zonder die toevoeging hadden we dat mogelijk over het hoofd gezien en zelf een esthetisch oordeel gevormd.
Excuus, ik blijf te lang hangen in de literaire wereld, er bleek nog zo veel meer te doen. Het jazzfestival deed alle kroegen swingen en de Bokbierdag stuwde met haar zoete vocht het promillage per hoofd van de bevolking tot ongekende hoogte. Een jongeman vond het nodig om ook mijn Zutphense gevel te bevlekken. Ik wilde juist in woede ontsteken toen ik ineens ontroering gewaar werd. Verdraaid, het was een vorm van thuiskomen.