Julie Van Kerckhove achter een tafel vol oude scherven, die netjes in zakjes gesorteerd zijn. Foto: Merel Hubatka
Julie Van Kerckhove achter een tafel vol oude scherven, die netjes in zakjes gesorteerd zijn. Foto: Merel Hubatka

Schatgraven naar een verhaal van 2000 jaar geleden

ZUTPHEN - In een statig pand met uitzicht over de Grote Gracht zit de Vlaamse Julie Van Kerckhove (39) achter een tafel vol oude scherven, die netjes in zakjes gesorteerd zijn. De ene muur is van onder tot boven met boeken gevuld, tegen de andere muur staan kasten met ontelbaar veel kleine laatjes. Tussen de aardekleurige scherven staat een donkere pot met kleine oortjes. De kruik komt uit Friesland en stamt uit de Romeinse tijd. Het is buitengewoon dat het object nog intact is, maar Julie doet er niet heel bijzonder over en serveert mijn kop koffie er vlak naast.

Door Merel Hubatka

Ze wijst naar een glanzende roodbruine scherf met figuren erop in reliëf en toont op haar computer een foto van Romeins glaswerk. Ze vertelt dat het spectaculaire vondsten zijn die in de Betuwe zijn gedaan. Dat zijn de vondsten waar iedereen op aast en die het in de media goed doen. Glas, glad aardewerk of munten maken de schatgraver in ons wakker en bevestigen het beeld van de Romeinen in Nederland. Ook ik zie direct militaire garnizoenen voor me uit Asterix en Obelix en generaals die liggend van een glanzend bord eten.

Julie vindt deze spectaculaire vondsten wat minder interessant. "Die bevestigen een verhaal dat reeds vaak verteld is. Veel boeiender is het gewone gebruiksaardewerk, dat is niet luxueus maar zegt echt iets over de mens zelf." Ze noemt als voorbeeld het servies van je grootmoeder dat in de kast staat te pronken. De borden van IKEA die echt gebruikt worden zullen een toekomstige archeoloog veel meer vertellen over onze manier van leven dan het mooie, ongebruikte servies.

Simpele scherven zeggen vaak meer
Tweeduizend jaar oude, glimmende artefacten trekken de aandacht, maar het zijn de scherven van alledaagse gebruiksvoorwerpen waarmee een archeoloog een genuanceerd verhaal kan vertellen, aldus Julie. Het valt op dat ze een zwaar boek zo op de historische scherven legt, maar uiteindelijk is dat wat haar verhaal illustreert. De scherven zijn voor haar informatiedragers, het gaat niet om het object op zich en hoe mooi het was, maar het gaat om de informatie die ze er na grondig onderzoek uit kan halen. Daarmee kan ze een maatschappelijk relevant en genuanceerd verhaal vertellen. Een ander voordeel van het simpele aardewerk is dat het snel kapot ging en vaak vervangen moest worden, daarmee stond het dichter bij de mensen en geeft het meer informatie prijs. Dit in tegenstelling tot luxe-vaatwerk of sommige metalen voorwerpen die generaties lang meegingen.

Rond 55 voor Christus drongen de Romeinen België en Zuid-Nederland binnen. Dit gebeurde onder aanvoering van Julius Caesar. Het verhaal dat altijd over die periode verteld is, is dat het gebied tot aan de Rijn rond het begin van de jaartelling in korte tijd geheel romaniseerde. Er vonden grote veldslagen plaats en de inheemse bevolking delfde het onderspit. De Romeinen introduceerden in Nederland de draaischijf. Als het gehele gebied meteen volledig romaniseerde, dan zou er vanaf die tijd uitsluitend gedraaid aardewerk gevonden worden beneden de rivieren. Dat is precies waarom het simpele handgevormde aardewerk uit die tijd heel interessant is. Bij Tiel zijn grote hoeveelheden handgevormd aardewerk gevonden die door nieuwkomers uit Friesland zijn meegenomen, in de eerste eeuw na Christus. Kennelijk gooiden deze mensen toch niet in één keer alle eigen gebruiken overboord. In feite werd van de hele bevolking geëist dat ze belasting betaalde, maar verder mochten ze hun eigen goden houden en behielden ze hun eigen gebruiken.

Onder Romeinen - en dan vooral in het leger - was het gebruikelijk dat iedere persoon zijn eigen bord had, vaak zelfs met de naam van de eigenaar erop. Van de inheemse bevolking zijn vooral potten en kommen te vinden met roetranden, wat het beeld oplevert van families die samen uit één pot eten, dezelfde als waarin gekookt werd.

Nieuwe methode van onderzoek
Dit soort informatie vergaart Julie. Door de scherven onder haar microscoop te leggen en het baksel te bestuderen, vergelijkt ze veel met andere scherven waarvan de herkomst al bekend is. Bovendien heeft ze een nieuwe methode ontworpen om de scherven te bestuderen. Ze bakt ze opnieuw op verschillende temperaturen en de mate waarin het daardoor verkleurt geeft extra informatie over het materiaal en de herkomst.

Haar opdrachtgevers zijn veelal bouwbedrijven of gemeentes. Als er bouwplannen zijn, en als bekend is dat op bepaalde plaatsen nederzettingen waren en de kans groot is dat er archeologische vondsten gedaan kunnen worden, dan zijn ze verplicht om eerst archeologisch onderzoek te laten verrichten. Geulen van rivieren die hun loop inmiddels verlegd hebben liggen vaak vol materiaal. "In die tijd werd afval in de rivier gegooid, dus ook het kapotte servies", aldus Julie. "Een ander gebruik uit die tijd, waar archeologen nu profijt van hebben is het bouwoffer", legt ze uit. "In de paalkuil van een te bouwen huis werd een offerpot ingegraven om de goden gunstig te stemmen." Julie kan de pot dateren en daarmee ook het huis.

Naast opdrachten werkt de archeologe aan haar proefschrift. "Dit jaar moet het af zijn", zegt ze vastbesloten. Om dat voor elkaar te krijgen gaat ze binnenkort een maand het klooster in. "Het is fijn om in een eeuwenoude omgeving helemaal in de materie te kunnen duiken. Ik draai dan gewoon mee in het ritme van de vroege ochtendmis en de maaltijden en hoef verder nergens over na te denken. Nou ja…", ze glimlacht, "mijn gezin ga ik wel missen vrees ik.'