Tuugkist

Mijn broer is een echte wereldburger, die al op tal van plekken op minstens drie continenten heeft gewoond en helemaal niets meer heeft met de Achterhoek, de streek waar hij ooit opgroeide. Maar in zijn appartement (tegenwoordig in Londen) staat wel één meubelstuk, dat eigenlijk thuis hoort in een Achterhoekse boerderij. Bij het verdelen van de erfenis van mijn ouders lootte mijn broer heel gelukkig: hij is al weer een jaar of twintig eigenaar van de tuugkist, die vroeger het absolute pronkstuk was in onze ouderlijke (verbouwde) boerderij. Een object waarvoor een antiquair heel wat over zou hebben.
En dat terwijl zo'n tuugkist in feite niet meer was dan een goedkope kast. Niet om het tuig van de paarden in op te bergen (een hardnekkig misverstand), maar voor kleding (tuug in het Achterhoeks). En voor andere persoonlijke bezittingen. Want boerenknechten, die vaak één jaar voor een boer werkten en dan weer een nieuwe baas zochten, bewaarden hun hele hebben en houwen in zo'n kist. Die overigens ook wel kleerkist of klerenkist werd genoemd. Of dekkenkist, want ook dekens konden er 's zomers in worden bewaard.
Een tuugkist bezat doorgaans een aparte kleine ruimte onder de deksel, waarin kleine kostbaarheden konden worden bewaard. Meestal het inschrien genoemd. Maar ook wel bekend als entelschree, laedjen of piepela.
Verwar niet de tuugkiste met de spekkiste. Die wel dezelfde vorm heeft, maar meestal op de zolder van de boerderij stond. Daarin werden spek en worst bewaard, zodat er geen vliegen bij konden komen.