Zonsopkomst over Zutphen

Zacht glijdt
de hand van licht
over de stad
nog half in slaap
begint het zingen van
de vogels op haar huid
zij bloost zo rood
en hevig alsof
zij elke nacht vergeet
hoe zij ontwaakt
gestreeld tot in
haar smalste straten
diepste gangen
en elke toren
ieder huis naakt
verrijst uit
de grijze lakens
van de nacht
en elke bloemknop
ieder blad trillend
van de hemelkus
spreidt en opent
in het morgenlicht