Wim Riefel neemt afscheid als cantor/organist van de Martinuskerk in Warnsveld. Op de achtergrond de contouren van het door hem zo geroemde Naberorgel. Foto: Eric Klop
Wim Riefel neemt afscheid als cantor/organist van de Martinuskerk in Warnsveld. Op de achtergrond de contouren van het door hem zo geroemde Naberorgel. Foto: Eric Klop  Foto:

Niet meer iedere
zondagochtend op pad

Wim Riefel neemt afscheid als organist Martinuskerk

Door Eric Klop

WARNSVELD – Wim Riefel neemt zondag 14 juli met een feestelijke dienst afscheid als cantor/organist van de Warnsveldse Martinuskerk. De viering begint om 10.00 uur, een uur later gevolgd door een receptie. Eind vorige maand besteedde deze krant ook al aandacht aan de in Warnsveld geboren en getogen musicus die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Toen hing hij het dirigeerstokje van het Koninklijk Zutphens Mannenkoor aan de wilgen. Maar dít is een heel ander verhaal. Vooral over orgels en kerkmuziek.

Zijn benoeming vond plaats in 1987. Als professioneel opvolger van zijn vader, "een verdienstelijk amateur" die veertig jaar lang het monumentale Naberorgel bespeelde. Junior was echter al veel langer organist in het dorp waar zijn familie sinds de achttiende eeuw aan de plaatselijke Martinuskerk is verbonden. "Op mijn veertiende begon ik in de kapel van Groot Graffel", vertelt de ras-Warnsvelder. "Toen mijn vader afscheid nam van de Martinuskerk, ruilden we van plek. Nog tot zijn overlijden in 1996 was hij organist in de kapel, waarna mijn vrouw er de toetsen en registers onder haar hoede kreeg. Zo bleef het in de familie", glimlacht Riefel.

Opgegroeid in een gezin dat het orgelspel een warm hart toedroeg, waren het zeker ook de bezoekjes met zijn vader aan diensten in de Zutphense Walburgkerk die Wim Riefel begin jaren '60 op het spoor brachten van zijn grote passie. De beroemde, én vanaf zijn geboorte blinde, Cornelis Bute was daar organist. Zijn spel deed definitief de vonk overslaan. "Dát wilde ik ook!" Hetgeen geschiedde. Hij deed het conservatorium, waarna een groot deel van zijn professionele carrière zich afspeelde in de bijna negen eeuwen oude Martinuskerk. Het is een periode waarop hij aan de vooravond van zijn afscheid met buitengewoon veel plezier op terugblikt. "Ik heb altijd prettig met de predikanten kunnen samenwerken. Heb er twaalf meegemaakt, van ds. Talens tot ds. Els Diepeveen, een van de drie vrouwelijke predikanten die de afgelopen 32 jaar in Warnsveld op de kansel stonden. Best bijzonder!"

Riefel looft de rol en de ruimte die de muziek in de eredienst altijd kreeg. Net als dat de gemeenteleden, die in aantal bovengemiddeld de Warnsveldse diensten bezoeken, dit volgens hem zeer waardeerden. Maar wat wil je ook met dat prachtige, uit 1836 daterende Naberorgel. "Helemaal origineel. Nooit iets aan veranderd. Ik kon er de literatuur op spelen en het was ideaal voor de begeleiding van samenzang. Deze gemeente kan uitstekend zingen. Dat heeft ongetwijfeld met de kwaliteiten van dit orgel te maken."

Eveneens roemt hij het kabinetorgel dat zo'n kwart eeuw geleden door de Martinuskerk werd aangeschaft. "Toen een nieuw instrument dat echter in de achttiende-eeuwse barokstijl is gebouwd. Twee klavieren met allemaal solostemmen. Daar zijn er qua grootte en kwaliteit in Nederland niet veel van. Het orgel is op een plateau geplaatst, zodat het instrument tegelijk met het Naberorgel kan worden bespeeld. Dat deed ik samen met assistent-organist Theo Meurs. Vooral tijdens de Renaissance zijn voor dat samenspel speciale composities geschreven. Als een soort vraag- en antwoordspel."

De familie is al sinds de achttiende eeuw aan de plaatselijke Martinuskerk verbonden

"Ik denk dat ik in totaal zo'n 3100 diensten heb begeleid", rekent Riefel uit. "En steeds weer was het een uitdaging om de muziek met kwaliteit toegankelijk te maken voor een breed publiek. Muziek op het orgel, al eeuwenlang de koningin van alle muziekinstrumenten. Vergeet niet dat veel grote componisten organist waren. Bach, Händel, Mozart… Nu is dat anders, maar kunnen we het orgel niet terugbrengen op een centrale plek in de samenleving? Zoals het honderden jaren is geweest. Organisten hadden status. In de zeventiende en achttiende eeuw ging men bij officiële ontvangsten van hoogwaardigheidsbekleders eerst naar de kerk voor een concert door de stadsorganist. Pas daarna werd er over politiek gepraat."

Of het echter zo ver weer komt? Riefel maakt zich voor de toekomst een beetje zorgen over de rol van het orgel. "De opleiding van goede kerkmusici zit in het slop. De kerk als zodanig houdt zich daar naar mijn mening onvoldoende mee bezig. Er lijkt onvoldoende besef dat Nederland wereldwijd de meeste historische kerkorgels binnen haar grenzen heeft. In het bespelen daarvan, maar ook in onderhoud, dient geïnvesteerd te worden. Ik moet er toch niet aan denken dat al die monumentale instrumenten straks met twee vingers worden bespeeld."
Overigens realiseert Riefel zich dat in de promotie ook de organisten zelf hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Zelf is hij tevens actief als leraar. "Bijna wekelijks krijg ik het verzoek of er nog een leerling is die ergens de dienst kan begeleiden. Een aantal musici die bij mij hun opleiding hebben genoten zijn in de regio inmiddels al jaren actief als vaste organist. Maar ook zij worden een dagje ouder…."

'Riefel: Ik ben blij met mijn opvolger Jeroen Pijpers'

Zorgen of niet, de man die 32 jaar in de Martinuskerk het instrumentarium bespeelde gaat van zijn pensioen genieten. Niet meer nagenoeg iedere zondagochtend op pad. Eindelijk de viering van hoogtijdagen in familiekring.

"En mijn studiekamer opruimen, waar de literatuur bijkans tot aan het plafond ligt opgestapeld. Ja, het is een hele stap. De Martinuskerk was zo'n beetje mijn tweede huiskamer. Bereidde hier met de predikant de diensten voor en begeleidde die, studeerde in de kerk en gaf hier les. Dat is nu voorbij, hoewel ik welkom blijf om hier mijn ding te doen. Oefenen, lesgeven, misschien als invaller nog eens een dienst ondersteunen. Maar zonder contract of verplichtingen. Blij? Ik ben in elk geval blij met mijn opvolger. Jeroen Pijpers, echtgenoot van de Zutphense dominee Irma Pijpers-Hoogendoorn. Hij is ook professioneel muzikant. En heeft net als ik geen 'sleutelcomplex'. Jeroen ziet een orgel niet als zíjn instrument. Wil het toegankelijk maken voor anderen die het instrument kunnen bespelen. Want het moet gehoord worden, zowel tijdens als buiten de eredienst. Zeker ook in een open kerk als de Martinus speelt het orgel een belangrijke rol. Wat mij betreft tot in lengte van dagen", hoopt Wim Riefel.