Afbeelding
Foto:

Naar Zutphen

Naar Zutphen

In de zes verhalen in Naar Zutphen vertelt een man in droge, luchtige observaties over avonturen waar hij mede door eigen toedoen, in verzeild raakt. Beschouwend, onderzoekend en soms bespionerend neemt hij de lezer mee op avontuur naar Zutphen, Amsterdam en Parijs.

Door Alize Hillebrink

De sympathieke antiheld blijft anoniem en ontleent zijn identiteit niet aan een bepaalde status. Behalve zijn hang naar avontuur blijft dat wat hem daadwerkelijk beweegt ook voor de lezer een mysterie.
Hans Heesen neemt de lezer bij de hand op tijdreis door moeiteloos van de ene herinnering naar de volgende te stappen. Speels zet hij anekdotes neer die soms ogenschijnlijk niets te maken hebben met de verhaallijn en onderwijl trakteert hij de lezer op bijzondere personages: een overgrootmoeder als overtuigd spiritiste, een minnares met trouwring, een man met drie visitekaartjes en een spookredactie. Samen met een droge en luchtige toon maakt het de verhalen geestig en vermakelijk.
Hoewel geen tijd genoemd, wordt de actualiteit niet geschuwd: coffeeshops aan de Laarstaat, criminaliteit en inbraakberichten; het zijn de donkerder kanten van Zutphen. Maar ook het verleden komt ruimschoots aan bod, wat onder andere te zien is in de presentatie op het omslag. Een foto van Herman van der Worp uit het begin van de vorige eeuw. Toch kenmerkt de stijl zich door een zeker tijdloosheid en is in die zin van een klassieke universaliteit.
Heesen leert de lezer kijken met andere ogen, een ongeziene toeschouwer te zijn. 'De ander zien zonder zelf gezien te worden'. Of de mogelijkheid je een extra identiteit aan te meten, of desgewenst zelfs meerdere, én hoe makkelijk je iemand kan laten 'verdwijnen' – het levert de lezer binnenpretjes op. Misschien wel dezelfde die Heesen heeft gehad bij het schrijven.