Kerkrentmeester Raymond Mulder hoopt dat het kostbare tafelzilver ooit weer wordt teruggevonden. Foto: Henk Derksen
Kerkrentmeester Raymond Mulder hoopt dat het kostbare tafelzilver ooit weer wordt teruggevonden. Foto: Henk Derksen

Gestolen Avondmaalszilver
Martinuskerk kwam van gulle gevers

WARNSVELD - De twee zilveren avondmaalsbekers uit 1713 die deze maand uit de Warnsveldse Martinuskerk zijn gestolen, werden driehonderd jaar geleden geschonken door Arnold Joost van Keppel uit Eefde. Twee andere bekers en twee borden uit 1883 waren het geschenk van de burgemeester uit Gorssel.

Door Alize Hillebrink

Meer dan drie eeuwen lang werd bij de viering van het Heilig Avondmaal wijn geschonken en brood gedeeld van het kostbare zilver. De diefstal van de kerkschatten uit de Martinuskerk is voor de kerkgemeenschap in Warnsveld een grote klap. Henk Mulder, lid van de Werkgroep Kerkarchief Warnsveld: "Het Avondmaalszilver was voor ons van grote emotionele en historische waarde."

Die kwaad denkt, voedt kwaad in het hart
De twee zilveren bekers werden in 1713 geschonken door Arnold Joost van Keppel, eigenaar van Huis de Voorst in Eefde. Van Keppel wist een plaats te verwerven aan het hof van koning-stadhouder Willem III en daarna verheven tot Graaf van Albermarle. In die positie gekomen schonk Van Keppel de kerk van Warnsveld twee zilveren bekers met daarop gegraveerd zijn wapen, bestaande uit een gekroond hermelijnen dekkleed waarin de alliantiewapens van drie Jacobsschelpen en de tekst Hony soyt qui mal y pense (= die kwaad denkt, voedt kwaad in het hart).

Henk Mulder: "De bekers uit 1713 zijn extra bijzonder omdat ze uit één stuk geslagen zijn. De bodem en de wanden zijn één geheel." Eind jaren tachtig van de vorige eeuw is Mulder samen met enkele kerkraadsleden met de bekers naar Schoonhoven geweest. "Daar kregen we te horen dat we er zuinig op moesten zijn. Ze zeiden dat het schatten waard was," aldus Mulder. De bekers zijn gemaakt in Zutphen door de gebroeders Jan en Berend Coolhaas. Hun meesterteken was een haas uit de kool springend.

Geschenk van burgemeester uit Gorssel
In 1883 ontving de kerk opnieuw een geschenk. Ditmaal van de heer J.A. de Vuller, de toenmalige burgemeester uit Gorssel. Bij zijn overlijden liet hij de kerk vijfhonderd gulden na, 'voor de aanvulling van het zilvergereedschap ten dienste van het Heilig Avondmaal'. Het kerkbestuur bestelde voor dit bedrag twee zilveren borden en twee zilveren bekers bij de Arnhemse hofleverancier P.F. Manikus. De vader van De Vuller was ook burgemeester geweest en vader en zoon waren beiden actief in de kerk van Warnsveld. "Een deel van Eefde viel toen kerkelijk onder Warnsveld," vertelt Henk Mulder. Het opschrift op de bekers luidt: 'Geschenk van den heer J.A. de Vuller'. Onder een versiering staat het jaartal 'Anno 1883'.

Diefstal 1974
In 1974 vindt diefstal plaats in de Martinuskerk van Warnsveld en wordt een tinnen Avondmaalsstel gestolen. Van het uitgekeerde verzekeringsgeld schaft de kerk twee zilveren borden en een schenkkan aan bij zilversmederij Fa. P. Heerens in Schoonhoven ter waarde van 4524 gulden. Aan de onderkant van de borden staat gegraveerd: 'Hervormde gemeente Warnsveld 1975'.

Kinderavondmaal-bekers
Voor deelname van kinderen aan de Avondmaalsviering werden in 1991 twee kleine zilveren bekers aangeschaft waar onder andere de afbeelding van Martinus op gegraveerd werd. In 1991 bestelt de kerk twee kleine zilveren bekers voor het gebruik van druivensap voor de kinderavondmaalsviering ter waarde van 3200 gulden.

Diefstal december 2018
Het hier bovengenoemde tafelzilver is in de nacht van 7 op 8 december gestolen uit de Martinuskerk in Warnsveld. Dominee Liesbeth Burger spreekt over een feestmaand met een rouwrand. "Gelukkig heeft de kerk in januari pas weer een Heilig Avondmaal," zegt ze. "We kunnen dan gebruik maken van een tinnen avondmaalstel van Den Bouw, dat tijdens de roof niet in de kerk lag. Ook de Protestantse Gemeente Zutphen heeft een avondmaalstel te leen aangeboden."

Kerkrentmeester Raymond Mulder hoopt dat het kostbare tafelzilver ooit weer wordt teruggevonden en acht de kans klein dat het wordt omgesmolten. "Kunsthistorisch heeft het veel waarde, de feitelijke zilverwaarde is tientjeswerk. De kans dat het een keer opduikt, bijvoorbeeld bij een veilinghuis is aanwezig."

Details van de beker uit 1713. Foto: Jan Rossel
Sporen van de inbraak. Foto: Henk Derksen
De beker uit 1713. Foto: Jan Rossel
Sporen van de inbraak. Foto: Henk Derksen
Afbeelding