Functioneringsgesprek

De spanning is om te snijden in het grote kantoorpand in het centrum van Zutphen. De raad van bestuur heeft de directeur opgeroepen te verschijnen op een extra ingelast functioneringsgesprek. Het gaat niet goed met de business, de organisatie stapelt fout op fout.

De voorzitter neemt het woord. Van zijn voorganger heeft hij begrepen dat deze jonge hond zes jaar geleden in Zutphen is begonnen. Daarvoor heeft hij veel ervaring opgedaan met brandjes blussen en die kennis kan hij hier in de Zutphense vestiging met honderden medewerkers vast prima gebruiken. Er is echter een nadeel, de ogen van de samenleving zijn voortdurend op het bedrijf gericht. Van de nieuwe manager worden topprestaties verwacht. Maar tegenwoordig loopt het allemaal niet meer zo soepel, er zijn financiƫle problemen.

De voorzitter refereert aan een recente verbouwing van het hoofdkantoor. Wat is daar precies gebeurd? 'Nou, een echte verbouwing was het niet', antwoordt de directeur. 'We hebben het kantoor eens flink onderhanden genomen en daarbij plaatsten we een milieukast op het dak. Tja, de mensen uit onze organisatie waren even vergeten dat de regelgeving ook voor onszelf geldt. Erg vervelend.' De voorzitter kijkt op zijn computerscherm. 'Ik zie het, extra kostenpost 200.000 euro. Toch wel bijzonder dat dit kan gebeuren, maar ik begrijp uit uw opmerking dat dit een uitzonderlijke negatieve uitschieter was. En bent u nog ergens trots op?' De directeur grijpt zijn kans. 'Binnen onze organisatie hebben we een eigen werkmaatschappij. En daarin helpen we mensen die een baan zoeken aan een nieuwe job. En in 44 gevallen is dat prima gelukt.'

De voorzitter luistert aandachtig. Werkmaatschappij die mensen aan het werk helpt? 'Ah, La Place', roept hij. En dan kijkt hij verbaasd naar zijn scherm. Een werkmaatschappij met 9,5 miljoen euro te kort? Heeft de financiƫle afdeling tussentijds dan niets aan de directeur gerapporteerd? Ongelofelijk, maar hij laat niets merken. 'En verder nog iets leuks te melden?' De directeur heeft nog niets in de gaten. 'Jazeker, we hebben ook een nieuwe haven aangelegd. Geheel bedacht door onze eigen medewerkers. En twee jaar na de opening kunnen we de helft van de aanlegsteigers al gebruiken. De rest volgt wel een keer. Binnen een jaartje, of twee, of drie. Ik blijf positief.'

De voorzitter wil tenslotte nog een ding weten. Hoe gaat de organisatie al dit gestuntel allemaal betalen? Gelukkig heeft de directeur daarover goed nagedacht. 'Geld is hier nooit een probleem. Wij hebben zo'n dominante marktpositie dat wij moeiteloos de prijzen voor onze klanten kunnen verhogen. Ze lopen toch niet weg.'
Het functioneringsgesprek komt ten einde. De voorzitter gaat in overleg met zijn raad van bestuur. En de directeur? Die klungelt zonder enige zelfreflectie rustig verder. En ik verbaas me daar over.