Afbeelding
Foto:

Italiaanse inspiratie?

Kent u die koffiereclame van Van Nelle Supra nog? Zo'n dertig jaar geleden was hij op tv. Een Nederlands echtpaar staat met de caravan voor een Italiaans dorp en zet koffie. Zodra het aroma zich verspreidt, komt het dorp in beweging. Gelokt door de koffiegeur snelt een deel van de bevolking naar de Nederlandse toeristen om een bakkie te doen. De dorpspastoor, die op zijn fiets komt aanstuiven, slaat zijn ogen ten hemel en prijst het aroma van Van Nelle Supra. Behalve reclame voor Van Nelle Supra was het goeie Italiëpromotie, want de commercial liet een mediterraan dorp zien zoals we het op vakantie hopen aan te treffen: authentiek, levendig en met volop mogelijkheden voor jong en oud.

Helaas beantwoordt dit idyllische beeld niet meer aan de realiteit. Veel Italiaanse dorpen, zeker in afgelegen gebieden, kampen met krimp, leegstand en verval. Voor studie en werk verhuizen vooral jonge dorpelingen naar de stad. De achterblijvers verzinnen van alles om nieuwkomers en toeristen te trekken. Neem het bergdorp Bormida in Ligurië, waar de burgemeester iedereen die er komt wonen een bonus van tweeduizend euro in het vooruitzicht stelt. In Bormida mag je een kleine woning al huren voor vijftig euro per maand. Sellia, gelegen in Calabrië, streeft naar onsterfelijkheid. Alle dorpsbewoners moeten er een jaarlijkse gezondheidscheck laten doen, op straffe van een boete van dertig euro. Zo hoopt de burgemeester de vergrijsde bevolking vitaal te houden. En steeds meer Italiaanse krimpdorpen richten zich op toeristen die eens wat anders willen. Zo is Santo Stefano di Sessanio in de Abruzzen een 'hoteldorp' geworden: leegstaande woningen zijn omgebouwd tot kamers van een hotel dat over het hele dorp is verspreid. Dit 'albergo diffuso'-concept (letterlijk: verspreid hotel) vinden we intussen overal in Italië.

Hoe creatief de Italiaanse dorpen ook zijn, het is de vraag of ze de krimp kunnen stoppen. Opvallend is dat ze meestal doen alsof de wereld buiten het dorp ophoudt. Dit 'dorpisme' (het blijven denken in dorpsdimensies) is niet een typisch Italiaans verschijnsel, we vinden het ook volop in de Achterhoek. Samenwerking of afstemming met een dorp of stad in de buurt, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, sportvoorzieningen of toerisme – daarvoor lopen maar weinig dorpen warm. Er is nog vaak sprake van concurrentie en kinnesinne, zoals zo mooi verbeeld in een tv-reclame van Dreft uit de jaren negentig: Villarriba en Villabajo, twee fictieve Spaanse dorpen, vieren feest en strijden daarna met elkaar wie de afwas als eerste aan kant heeft. Rivaliteit houdt dorpen scherp, maar de regio als geheel is er slechter mee af, omdat ze allemaal vechten om die ene extra inwoner of bezoeker. Echt: zonder oog voor de omgeving komt zelfs het meest gewiekste dorp een keer op de koffie.

Gert-Jan Hospers