Afbeelding

Straatnaam- kunde

In Aalten vind je de Pasopweg en Driehonderdmeterweg, Groenlo heeft een straat die Batterij heet en in Eibergen wonen er mensen aan de Apedijk. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is in de Achterhoek wel een straat naar genoemd. Pas sinds de negentiende eeuw heeft ons land een officieel straatnamensysteem. In de Gemeentewet van 1851 staat dat het college van burgemeester en wethouders over de naamgeving moet beslissen. Ze dient daarvoor advies in te winnen bij de plaatselijke straatnamencommissie, waarin naast ambtenaren betrokken burgers en deskundigen zitten. En afgaande op de namen die gekozen worden zijn die commissies soms behoorlijk inventief.

Straatnamen zijn belangrijker dan ze lijken. Ze kunnen iets vertellen over de identiteit van een stad, dorp of wijk en zijn zo een prima middel om de lokale historie levend te houden. Toegegeven, soms heb je wat achtergrondkennis nodig om een straatnaam te begrijpen. Zo verwijst de Boterstraat in het historische centrum van Bredevoort naar de boterfabriek die hier vroeger was gevestigd. Of neem de Hamburgerstraat in Doetinchem: de straatnaam heeft niets te maken met de Duitse havenstad of met hamburgers, maar is genoemd naar de familie Homburg die er woonde en veel grond buiten de stad bezat. Het Rechte Pad in Zutphen is ook misleidend, want de naam zegt niets over de vorm van de weg. In plaats daarvan wordt verwezen naar de voormalige jeugdgevangenis die op deze locatie stond – de instelling moest jongeren weer op 'het rechte pad' brengen.
Niet alleen voor beleidsmakers, maar ook voor postbodes, bezorgdiensten, ambulancemedewerkers, brandweerlieden en politieagenten zijn straatnamen relevant – en dus voor de mensen die in de straat wonen. Een Regelinkstraat en Regelinklaan binnen dezelfde plaats, zoals in Hengelo, is vragen om verwarring. Verder levert een naam met een lastige spelling problemen op. Wat te denken van de Achterste Russchemorsdijk in Neede of de Ph.P. Cappettilaan in Ulft? Lange straatnamen zijn niet handig, wat de Van der Meer de Walcherenstraat in Lichtenvoorde meteen laat zien. Tegelijkertijd geldt dat sommige straatnamen wel erg kort zijn, zoals Alma (Winterswijk), Bult (Silvolde), Maïs (Ruurlo) en Eg (Didam). Maar goed, ze zijn origineler dan de Kerkstraat, Stationsweg of Markt die we overal tegenkomen. Door schade en schande wijs geworden heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor straatnaamgevers het handboek 'Benoemen, nummeren en begrenzen' gemaakt. Eén van de adviezen: neem de tijd om een geschikte straatnaam te verzinnen, al was het maar omdat een naamswijziging kostbaar is en veel gedoe oplevert. Laat het gemeentebestuur daarom serieus kijken naar straatnamen en niet te snel denken 'als het beestje maar een naam heeft'. Want van een straatnaam die goed in het gehoor ligt en die aansluit bij de lokale identiteit heeft iedereen plezier.

Gert-Jan Hospers