Gênant ongelukje

Op zaterdagmorgen bezoek ik iedere week zo rond kwart over zeven de bakker. Meestal haal ik een zak broodjes, om direct na acht uur even heerlijk te ontbijten. Niet in alle rust, want om 8 uur is de winkel al open en de klanten druppelen direct binnen. Als zaterdaghulp Leonie om negen uur binnenkomt zijn er meestal al zo'n 25 klanten geweest.

Ook afgelopen zaterdag zit ik even heerlijk een broodje te eten, al lezend in de Stentor. Voor mijn neus staan twee glazen thee. Dat heb ik geleerd van mijn vriendin toen ze nog geen mevrouw Bombeld heette. Je kunt, als je alleen ontbijt, beter direct twee glazen thee zetten. Dan kun je na het eerste lege glas gewoon doorontbijten.

Op zaterdagmorgen lees ik altijd in eerste instantie het regiokatern om te weten wat er in de stad speelt. Ik sla om naar de volgende pagina en dan -oeps- een glas thee valt om. De inhoud stroomt naar mij toe en lekt over de bureaurand precies tussen mijn benen. En plotseling is mijn kruis helemaal nat en dat zie er wel heel verdacht uit.

En uitgerekend op dat moment komt de volgende klant bij de kassa. Schrik. Maar ik heb geluk. 'Ik leg de krant hier neer, maar ik kijk nog even verder', roept de mevrouw en loopt verder de winkel in.

Gelukkig, ik heb nog even tijd om deze gênante situatie tot een goed einde te brengen.

Een nat kruis, wat nu? Opeens weet ik het, in het keukenkastje ligt een föhn. Misschien vindt u dat vreemd, een boekhandel met een föhn in het keukenkastje. Maar dat is het niet, dit apparaat gebruiken we regelmatig om de lijmlaag van sterk klevende stickers warm te maken en op die manier iets op te lossen. Zo blijven de boeken heel.

Even later sta ik achter de deur van het magazijn met een warme föhn gericht op mijn kruis. Het kan me niet snel genoeg gaan. Verdamp thee, verdamp, want wat moet de eerstvolgende klant wel niet denken.

Het gaat snel, maar niet snel genoeg. De klant staat inmiddels weer bij de kassa en ik moet er wel naar toe. 'Excuses, excuses voor mijn natte broek' begin ik het gesprek.

'De thee viel om en het liep precies in mijn kruis. Ik begrijp het dat het er een beetje vreemd uitziet, maar ik kan er ook even niets aan doen.' De mevrouw keek mij verwonderd aan.

'Ik dacht al' zei ze, 'wat moet de boekhandelaar nu 's morgens al om kwart over acht met een blazende föhn op zijn kruis.' Ze betaalde snel en wenste me nog een prettige dag.