De vrijwilligers Karin Veerwater (links) en Lydeke Boer Iwema onthullen het beeld dat is gemaakt door Dolf Bierhuizen. Foto: Sander Grootendorst
De vrijwilligers Karin Veerwater (links) en Lydeke Boer Iwema onthullen het beeld dat is gemaakt door Dolf Bierhuizen. Foto: Sander Grootendorst

Buurtzorghuis Warnsveld viert tienjarig bestaan. ‘Zo min mogelijk bureaucratie’

Zorg

WARNSVELD – Het hospice in Warnsveld, beter bekend als het Buurtzorghuis, bestaat tien jaar. Verpleegkundigen en vrijwilligers hebben dat samen gevierd. “We begeleiden de cliënten die hier wonen zo goed mogelijk. Het is hun huis.”

Door Sander Grootendorst

Maandagmiddag. Een regenbui weerhoudt de tuinvrijwilliger er niet van om de eerste herfstbladeren bij de ingang weg te vegen. Tien jaar geleden is het gebouw geopend: het eerste hospice in Nederland waar wordt gewerkt volgens het buurtzorgprincipe. In een hospice verblijven mensen die nog maar kort te leven hebben. Soms duurt het een paar maanden, soms een paar dagen. “Maar waardevol is het altijd.”

“Het was onze droom en die is uitgekomen”, zegt verpleegkundige Ali Groot Nuelend. Zij en haar collega’s Els van der Staaij en Inge Kleinleugenmors vertellen in de ‘huiskamer’ (met piano en kinderspeelhoek) over het hoe en waarom van het Buurtzorghuis. Een woord dat steeds terugkeert is ‘samen’. Andere essentiële termen: ‘zelfsturing’ en ‘kleinschaligheid’ – zo min mogelijk bureaucratie. Oftewel de basisideeën van Jos de Blok, de man die Buurtzorg Nederland heeft opgezet: thuiszorg waarbij de patiënt/cliënt zich ook daadwerkelijk thuis kan blijven voelen.

Groot Nuelend: “Wij zijn geen zorginstelling, we begeleiden de cliënten die hier wonen zo goed mogelijk. Het is hun huis.”
Het hospice is weliswaar het eerste vastgoed van Buurtzorg Nederland, het valt nog steeds binnen de categorie ‘thuiszorg’.

Van der Staaij: “Jos de Blok zei: doe maar een voorstel, dan gaan we daarnaar kijken. Eerst dachten we aan een bestaand pand, maar het is nieuwbouw geworden. Binnen twee jaar en vier maanden na de eerste plannen is het in gebruik genomen. Het is best snel gegaan.”

“We waren er heel blij mee en dat zijn we nog”, zegt Kleinleugenmors. “Het was in het begin natuurlijk wel spannend, maar we kregen veel medewerking. Buurtzorg zit al in de wijk, dus de lijntjes kunnen kort zijn. Dat is voor ons zeer belangrijk.” 

Om het bestaan van het Buurtzorghuis bekendheid te geven, gingen de initiatiefnemers niet alleen huisartsen af, maar bijvoorbeeld ook organisaties als Vrouwen van Nu en Passage (christelijke vrouwenbeweging). Het gebouw staat op het terrein van GGNet, maar Buurtzorg heeft geen inhoudelijke link met die zorginstelling. “De plek bevalt ons goed”, zegt Van der Staaij. “Vanwege het vele groen” – vanuit de huiskamer is de nabijgelegen boomgaard te zien – “én omdat we ook voor mensen uit Vorden en Lochem makkelijk bereikbaar zijn”.

Het Buurtzorghuis heeft acht kamers voor cliënten, waarvan twee tweepersoonskamers. Kleinleugenmors: “Heel soms verblijft er een echtpaar. Zoals laatst een man met dementie die verward raakte als hij niet bij zijn, terminaal zieke, vrouw kon zijn.” Er is bovendien een logeerkamer voor bezoekers wanneer ze ook ’s nachts nabij hun zieke dierbare willen blijven. “Maar meestal willen ze gewoon bij hem of haar op de kamer overnachten.”

Kleinleugenmors geeft een rondleiding door het gebouw, dat onder meer nog beschikt over een binnenplaatsje, een eigen keuken (met grote etenstafel waar zelfs een bed kan aanschuiven), vergaderruimtes en een kamer waar personeel en stagiair(e)s kunnen oefenen met nieuwe materialen en dummy’s. De kamers zijn sober, maar zeker niet karig ingericht. Overal schijnt aangenaam veel daglicht naar binnen.

Kwaliteit van leven
Cliënten betalen voor een kamer in principe een eigen bijdrage, maar ook wie daartoe niet in staat is, kan in het Buurtzorghuis terecht. “Wij zijn er voor alle lagen van de samenleving”, benadrukt Van der Staaij.

“Er zijn”: daar draait het in feite om. Er zijn voor de cliënten. Groot Nuelend: “De mensen in hun laatste fase kwaliteit van leven bieden. En daarbij de taken van hun naasten verlichten.”
“Het is zeker niet allemaal zwaar, ook al eindigt het leven van de cliënten hier. Je moest eens weten hoeveel er gelachen wordt. Door de verpleegkundigen onderling, met de vrijwilligers, maar zeker ook met de cliënten en de familie.”

Het lief en leed dat in elke familie speelt, vindt zijn afspiegeling in het Buurtzorghuis. Het mag, er is ruimte voor, niet in de laatste plaats door die ‘zelfsturing’. Het gaat net als thuis. Groot Nuelend: “Als verpleegkundigen zijn we zelf verantwoordelijk voor alles, óók voor de planning en de boodschappen. Als de riolering verstopt is, moeten we zelf een ontstoppingsbedrijf bellen.” En gaat de telefoon, neemt altijd een van de verpleegkundigen op, geen telefonist(e), geen directeur: je hebt sowieso de juiste persoon aan de lijn.

In tien jaar tijd heeft het buurtzorg-hospice zijn waarde bewezen. Van start gegaan met zeven verpleegkundigen; inmiddels zijn het er dertien. En vijfentwintig vrijwilligers doen mee, ze vegen het herfstblad van de stoep, ze ontvangen de familie, ze maken een praatje met de cliënten. En nog veel meer. “En altijd samen.”

Dinsdagmiddag. Vóór het Buurtzorghuis onthullen Karin Veerwater en Lydeke Boer Iwema, twee vrijwilligers van het eerste uur, een kunstwerk van de Borculose beeldhouwer Dolf Bierhuizen. Het is gemaakt van moerbeihout en verbeeldt het ‘samen zijn’. Ali Groot Nuelend houdt een toespraak waarin ze de onmisbare functie van de vrijwilligers belicht, van wie de meesten aanwezig zijn. “Als vrijwilliger draai je in het team mee, je verleent hand- en spandiensten”, zegt Boer Iwema. Die zijn zeer uiteenlopend: van het aanbrengen van lusjes aan handdoeken tot puur een luisterend oor zijn voor de gasten van het huis. Voor zover dat kan hun wensen proberen te honoreren. “Tijdens corona heb ik gewandeld met een mevrouw die dat graag wilde. Ik meldde me buiten bij de deur en leverde haar daar ook weer af.” Veerwater: “Een mevrouw had op maandagmorgen zin in een haring. Dat moet kunnen. Ik stapte op de fiets en ben er eentje voor haar gaan halen.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit Contact Zutphen-Warnsveld