Boekenverkoop in de pauze. Tweede van links Bini Jansen, redacteur van de eerder dit jaar uitgebrachte leporello over de negentiende eeuw. Foto: Sander Grootendorst
Boekenverkoop in de pauze. Tweede van links Bini Jansen, redacteur van de eerder dit jaar uitgebrachte leporello over de negentiende eeuw. Foto: Sander Grootendorst

‘Een der mooiste steden van ons vaderland’

Wonen

ZUTPHEN - Prof. dr. Willem Frijhoff (Zutphen 1942) is vrijdag benoemd tot erelid van de Historische Vereniging Zutphen (HVZ). Dat gebeurde op een symposium in de Walburgiskerk ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de vereniging.

Door Sander Grootendorst

Frijhoff, die in Rotterdam woont, maar naar eigen zeggen altijd een Zutphenees is gebleven, heeft diverse publicaties over Zutphen en regio op zijn naam staan, onder meer over de ‘eigenheid’ van de stad. Adriaan van Oosten, voorzitter van de vereniging, reikte Frijhoff het eerste exemplaar uit van het jubileumboek Een bekoorlijk gezigt van welvaart. Frijhoff bracht zelf zijn eigen nieuwste boek onder de aandacht: De vergeten republiek, met als ondertitel: Zutphen en de Nieuwe Wereld in de zeventiende eeuw.

In een korte reactie gaf Frijhoff de aanwezigen in de kerk mee dat het zin heeft “deze stad iedere keer op een andere manier op de kaart te zetten” – op basis van gedegen onderzoek, dat steeds weer nieuw licht kan werpen op de geschiedenis: en die vormt ‘het geheugen van Zutphen’.

Van Oosten citeerde uit een artikel dat Frijhoff in 1990 schreef voor het tijdschrift van de vereniging: “Wie nooit over het verleden heeft gedroomd of gemijmerd, kan nauwelijks een goed historicus worden. Er valt in Zutphen heel wat af te dromen.” Frijhoff is vanaf zijn jeugd “door de historische dimensie van Zutphen gegrepen”. “Maar het hoort natuurlijk niet bij dromen te blijven.” De fantasie moet getoetst aan de werkelijkheid. “Tegelijk verplicht de historicus zich over de grenzen van de stad heen te kijken, te ontdekken in hoeverre zij uniek is of juist typisch voor een reeks andere steden en wat haar en haar bewoners met andere steden, hun bewoners en activiteiten en met het omringende land verbindt. En hoe dat alles op elkaar inwerkt.”


Prof. dr. Willem Frijhoff in de Walburgiskerk met het jubileumboek. Foto: Ineke Hissink 

‘Knoop het in uw oren’
Het brede perspectief – Zutphen in relatie tot ontwikkelingen elders – kwam vrijdag uitgebreid aan bod in de lezing van prof. dr. Marita Mathijsen, emeritus hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Haar specialiteit is de negentiende eeuw. Ze had zich voor deze gelegenheid verdiept in wat binnen- en buitenlandse schrijvers in die eeuw over Zutphen te melden hadden. Zo noteerde Dirk van Hogendorp in 1823 in zijn dagboek: “Zutphen is een der mooiste steden in ons vaderland.” “Knoop het in uw oren”, zei Mathijsen, die zich zelf vereerd voelde in de door velen vóór haar bewonderde kerk voor een groot gezelschap “in het verleden geïnteresseerden” te mogen spreken. Een van de bewonderaars was Van Hogendorps wandelkompaan Jacob van Lennep, die óók een dagboek bijhield. Hij stelde onder meer vast dat in Zutphen geen armoede leek te heersen, zoals in andere steden. Dat was mede te danken aan directeur Hendrik Kretschmer van de in 1812 gestichte tapijtfabriek, waar liefst 450 mannen, vrouwen en kinderen werkten. Dat kinderarbeid eigenlijk niet zou moeten mogen, had toen nog niemand bedacht, zei Mathijssen. Het idee was dat ze een vak leerden. Het bijzondere was ze in Zutphen daarnaast ook onderwijs kregen.

Net als Frijhoff gebruikte Mathijsen haar fantasie om de geschiedenis te kunnen verduidelijken: ze liet Kretschmer denkbeeldig naar Amsterdam reizen om een tapijt te verkopen – met de postkoets, een reis van twee dagen – en daar kennis nemen van de aanwezigheid van bedelaars en armoede. Zutphen was qua modernisering Amsterdam op dit punt een paar stappen vooruit.

Ook de in het Zutphense ‘krankzinnigengesticht’ werkzame zielendokter Johannes Ramaer stuurde ze naar Amsterdam, waar hij merkte dat ze nog bepaald niet zo vooruitstrevend waren als hij. Ramaer wordt wel Nederlands eerste psychiater genoemd. In plaats van de ‘gekken’ op te sluiten en aan hun lot over te laten, voerde hij arbeidstherapie in, uniek voor die tijd.

Daar staat dan weer tegenover dat het culturele leven in Zutphen op een laag pitje stond. En dat de stad pas vele decennia na Amsterdam kon beschikken over een riolering. Geschiedenis maakt alles relatief… Toen ze in 1966 in Amsterdam ging studeren, vertelde Mathijsen, liep de wc in haar kamer aan het Singel nog steeds leeg in de gracht…

Politiek
Naast Frijhoff en Mathijsen kreeg wethouder Mathijs ten Broeke een exemplaar van het jubileumboek. Ten Broeke noemde de vereniging “een van de belangrijkste maatschappelijke partijen op het gebied van cultureel erfgoed in Zutphen.” “De HVZ heeft veel invloed op het gemeentelijk beleid. Zo leidde de werkgroep archeologie tot de oprichting van de gemeentelijke archeologische dienst en de werkgroep bouwhistorie tot de aanstelling van een gemeentelijke bouwhistoricus. De historische verening weet af te dwingen dat erfgoed in Zutphen een politiek belangrijke factor is.”

De vereniging telt achthonderd leden. Enkele honderden waren aanwezig bij het symposium, dat ’s middags werd voortgezet met workshops waarin de negentiende eeuw centraal stond.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant