Afbeelding

Onlandse tijdingen | Stoffig, lief en ruig

Opinie

Veel aandacht vorige week in deze krant voor de Zwarte Cross. Terecht natuurlijk, het moet het grootste evenement zijn in de Achterhoek en door corona waren drie edities afgelast.

Ik schreef dat ik in Frankrijk zat, in een gehucht dat Senonches heet, maar dat was maar ten dele waar; ik was net op tijd terug om nog de laatste dag van de Zwarte Cross te kunnen bezoeken.
Van evenementen ben ik geen liefhebber en van grootschalige al helemaal niet.
De Vierdaagse lijkt me absolute horror.
Zelfs Into the Great Wide Open op het mooie Vlieland, toch een wat kleiner en fijnzinnig festival, heb ik nooit meebeleefd.
Maar de Zwarte Cross wilde ik bezoeken, niet vanwege de muziek of het theater of het crossen, maar vanwege de Achterhoek.
Hier, zo vermoedde ik, kwam alles samen wat verbindend was voor de Achterhoek - het landschap van de Onlandse Tijdingen.
Een voorproefje kreeg ik in de trein die op zondagochtend om 09:07 uur vanuit Zutphen naar Lichtenvoorde vertrok.
Al op dat uur iets te dikke jongeren op het perron met halve liter blikken Grolsch aan de mond of in de achterzak van hun jeans.
Ouderen met verwaaid grijs haar in t-shirts van Kiss en Normaal.
Zware bergschoenen onder blote benen.
Ronde blonde meiden in van die korte rokken met onderaan een ruche en ingenaaide broeken eronder. En alle soorten van petten en hoeden, want het zou de warmste dag van het festival worden.
In alles leek me dit publiek het tegenovergestelde van wat ik aan publiek op beelden van Vlieland had gezien, randstedelijke hipsters die van hot yoga, mindfulness en healthfood houden.
Tegen tienen stonden we in lange rijen voor een nog gesloten hoofdingang.
De zon brandde, we vormden schuifelend een wolk van stof.
Dat was - eenmaal binnen - mijn eerste indruk van het terrein: immens en verstoft. Wat eens een weiland was was nu vertrapt tot een zandvlakte met hier en daar wat gele sprieten: Wimbledon, maar dan zes weken achtereen.
Verder - en dat lag misschien aan het nog vroege uur - een kalm, gemoedelijk, onopgesmukt publiek, veel jongeren, maar niet uitsluitend. Nog eens denkend aan Vlieland, kon je je hier op een massale boerendemo wanen: recht-toe, recht-aan, geworteld in eigen grond, het leven is lol en hard werken.
Ik had afgesproken met Marloes die al drie nachten op de camping achter de rug had. Het was haar twaalfde Zwarte Cross. Ze is een kind van de Achterhoek.
Trots leidde ze me rond over het terrein en meerdere keren hoorde ik haar zeggen: ‘Mooi toch?’
Ik knikte, ik geloof dat ik haar wel begreep. Misschien was de ziel van alles wel de motorcross, daar waar alles 25 jaar geleden was begonnen. Een dreunende carbidknal kondigde telkens een nieuwe race aan, de kluiten aarde vlogen je om de oren als je je in de verkeerde bochten opstelde en het leek wel of alles wat maar wielen had over de bosbaan scheurde.
Daar ook maakte ik de foto, die veel voor me samenvatte. Man met kindje op de nek. Kindje draagt oorbeschermers. Op het T-shirt van de man staat: Suck my balls. Monsters scheuren voorbij.
Lief en ruig: de Achterhoek.

Wim Boevink

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant