Ton de Haas in zijn hoge zetel: “Opgaan in tekenen en schilderen ontlast de stress.” Foto: Sander Grootendorst
Ton de Haas in zijn hoge zetel: “Opgaan in tekenen en schilderen ontlast de stress.” Foto: Sander Grootendorst

Vogelschetsplezier gebundeld in boekje ‘Roeipotigen’

Natuur

ZUTPHEN - Vanuit zijn woning aan de IJsselkade observeert hij dagelijks de rivier. Maar vandaag is Ton de Haas (77) te vinden op zijn buitenverblijf, een boomgaard met schuur en caravan in Cortenoever, aan de andere kant van de IJssel. Pal naast de caravan heeft hij zo’n hoge zetel voor tennisscheidsrechters geplaatst. “Dan kan ik over de maïs en de dijk heen kijken.”

De uitkijkpost is in principe ideaal voor vogelliefhebbers, maar de gevederde vrienden zijn opvallend afwezig. Op een paar boerenzwaluwen na. En we horen een groene specht. “Die nestelt in de boomgaard, in een oude roggepruim. De boom heeft het opgegeven, maar voor de specht laat ik hem staan.” Wel heeft hij een nieuw boompje geplant. Hij wijst: “De Hermien van Eibergen, ook een oud ras. Met die hitte geef ik het elke dag water.”

Het enige dier in de nabijheid is de hond waarop De Haas twee weken mag passen. “Het is hier perfect voor hem, aan de IJsselkade heb ik alleen een paar tegels als tuin.” In Cortenoever leest De Haas zijn ‘krantje’ en ook zijn tekenpen neemt hij er soms ter hand. Wat hij zoal te schetsen heeft, bleef vele decennia voor de goegemeente verborgen. Afgezien van twee kleine exposities in het Zutphense Atrium, “op aandringen van mijn vrouw”.
Hij loopt zijn caravan in en haalt een charmant boekje tevoorschijn, getiteld Roeipotigen en andere vogels. Het is zijn debuut. “Mijn broer zei: het werd tijd.”

“Ik ben lid van de Zutphense roeivereniging Isala en in de nieuwsbrief zijn zo’n vijfendertig afleveringen verschenen van de rubriek De boot stelt zich voor. Met een foto en technische beschrijving erbij. Alle boten hebben vogelnamen, een bioloog die ook bij Isala zit vertelde in die rubriek over de betreffende vogel en ik maakte er een tekening bij. Het leek me aardig er een boekje van uit te geven, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan; het kwam er niet van.”

Indirect leidde de serie tot de publicatie van Roeipotigen. Koos Termorshuizen, de man achter het tijdschrift Roei!, waarop tweeduizend roeiers in Nederland zijn geabonneerd, had zijn oog op de tekeningen laten vallen. “Hij belde me op en vroeg: heb je daar nog meer van?” Het antwoord was ja en al gauw kwam Termorshuizen – “een hele actieve kerel” – bij De Haas op bezoek.
Opnieuw loopt hij de caravan in en nu komt hij naar buiten met een boek vol schetsen en schetsjes. “Nee, niet alleen maar vogels, ik teken van alles en nog wat. Hé, hier heb je toevallig de hond”, zegt hij, al bladerend.

Maar Termorshuizen koos specifiek voor de vogels. “Hij heeft een heleboel tekeningen gekopieerd en in het boekje opgenomen. Het leuke is dat het om schetsen gaat; geen voltooide illustraties waarbij elk veertje goed zit. Dat maakt het toch een beetje anders. Vogelgidsen zijn er al zoveel. En die titel is natuurlijk een gouden vondst.” 

Roeipotigen werd uitgebracht ter gelegenheid van het honderdtienjarig bestaan van Isala. Alle deelnemers aan de roeimarathon, over de Rijn en de IJssel van Wageningen naar Zutphen, kregen een exemplaar uitgereikt. Het is bovendien deel één van de Roeireeks die vanuit het blad Roei! wordt opgezet.

Roeipotigen werd uitgebracht ter gelegenheid van het 110-jarig bestaan van Isala

Op de voorkant van het boekje prijkt een meerkoet, en eenden en aalscholver staan erin, maar de volledige titel verraadt dat er ook ruimte is voor niet-roeipotigen als houtduif, spreeuw en vink. Afgewisseld met schetsen van roeiboten en roeiers. Bij eentje daarvan is op de achtergrond De IJsselstroom, de voormalige wasserij, afgebeeld. Een grutto vliegt over. 

Collega-weidevogel kievit ontbreekt evenmin. Onder meer in de vorm van een mand met kievitseieren. “We hebben in Friesland gewoond, in Dronrijp. De buren kwamen in het voorjaar een eiermand brengen. ‘Aai sykjen’, eieren zoeken, liep toen al een beetje op z’n eind. Het is heel lang folklore geweest.” Naar Friesland waren hij en zijn vrouw verhuisd vanuit Bloemendaal; de kinderen waren inmiddels de deur uit. En na tien Friese jaren werd Zutphen de volgende bestemming: het huis van zijn ouders. “Toen we tien jaar in Zutphen woonden, is mijn vrouw overleden. Ik ben er gebleven en heb deze plek in Cortenoever erbij gekocht. Meestal rijd ik er op de fiets heen, maar voor de oppashond neem ik de auto. Af en toe ga ik de uiterwaarden in, met kwast en penseel.”

Het jongetje Ton de Haas bleek behept met een aanleg voor tekenen. “Ik heb de Kunstacademie in Arnhem gedaan. Maar toen het op geld verdienen aankwam, werd ik marketingman voor de farmaceutische industrie.” Het tekenen en schilderen liet hem nooit helemaal los. Hij pakte het pas weer echt op toen hij een dag in de week minder ging werken, wat in die tijd bepaald niet gebruikelijk was. “Opgaan in tekenen en schilderen ontlast de stress. Ik las een citaat van de kunstenaar Jeanne Bieruma Oosting: ‘Als je talent hebt, moet je daar wat mee.’ Maar dan wordt het weer zo’n verplichting. Ik wil er wel lol in houden.”

Ton de Haas: Roeipotigen en andere vogels. Uitgave: stichting Roei! In Zutphen verkrijgbaar bij Geluksvogels aan de Schupstoel.

Een van de schetsen: een wilde eend.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant