Hans Lamers tijdens een uitvoering met Toonkunst Zutphen in 2013. Foto: Rein Lammers
Hans Lamers tijdens een uitvoering met Toonkunst Zutphen in 2013. Foto: Rein Lammers

Hans Lamers neemt afscheid van Toonkunst Zutphen

Muziek

‘Voor een dirigent is een koor zijn instrument, dat moet ik nu na 25 jaar loslaten’

Door Jolien Wilmar

ZUTPHEN - Hans Lamers neemt na vijfentwintig jaar afscheid als dirigent van Toonkunst Zutphen. We blikken terug op vijfentwintig jaar ontwikkeling van Hans én koor, want zoals hijzelf zegt: “Het is een wisselwerking.”

“Het was best gewaagd dat Toonkunst Zutphen mij aannam 25 jaar geleden. Ik had niet veel ervaring met de oratoriumwerken, Haendel en Bach waren niet de componisten die mijn CV vulden. Met mijn 41 jaar was ik niet meer piepjong, al behoorlijk ervaren, maar vooral als orkestdirigent en als dirigent in de operawereld. Koor en ik zijn samen het avontuur aangegaan. Het is absoluut een wisselwerking. Als het koor niet reageert zoals ik dat zou willen, moet ik bij mezelf te rade gaan, maar andersom ook, als ik minder goed presteer, kan het koor zich ook achter de oren krabben. Dat maakt dirigeren spannend, kwetsbaar en ook zo bijzonder. Een koor is voor een dirigent zijn instrument, een levend instrument, met een eigen dynamiek en ziel.”

Wat is jouw bijdrage aan het koor geweest?
“In de periode voor mijn aanstelling was het koor in recordtempo gegroeid, van 50 naar 125 leden, daardoor was het ook wel een vergaarbak van groen en rijp door elkaar. De klankkleur van het koor was destijds wat dikkig en plomp, voor mij dus een uitdaging om de klank te verfijnen, transparant te maken en de koorleden alle nuances te leren zingen.

Om iets te leren moet je trainen, repeteren, oefenen en dat betekent dat je niet lekker het stuk van voor naar achter kunt zingen, maar dat er steeds opnieuw passages herhaald moeten worden, net zo lang tot het goed is. Dat was nieuw voor Toonkunst Zutphen, er was nog helemaal geen repetitie-discipline. Lang niet iedereen was blij met mijn aanpak, het koor slonk dan ook al gauw tot ongeveer tachtig leden.

Ik hou ook van repertoire verbreding, daarom genoot ik ervan wanneer de repertoirecommissie en het bestuur meegingen met mijn wens om meer 19e- en 20e-eeuwse muziek te programmeren. Tegelijkertijd hebben we de Matthäus Passion als traditie in Zutphen weten neer te zetten. We hebben met The Mass for Peace, van Karl Jenkins, de aftrap gegeven voor een muzikale 4 mei traditie in de Walburgiskerk. Mijn liefde voor opera is ook van invloed geweest op het koor. Ik hecht aan een goede presentatie, aan zeggingskracht en het doorleefd kunnen brengen van wat je zingt. Met een amateurkoor moet je accepteren dat niet iedere noot raak is, dat hoeft ook niet, om het publiek mee te kunnen nemen en emotioneel te raken. Daar is Toonkunst Zutphen heel goed in geworden.

Om de kwaliteit van het koor te verhogen, hebben we stemtesten ingevoerd. Dat riep weerstand op waardoor mensen afhaakten, omdat het ook betekende dat sommigen niet door mochten. Om een alternatief te bieden, zijn we in 2006 het Toonkunst Pluskoor begonnen. Een koor voor 50-plussers. Van dat koor ben ik ook dirigent en hoop ik nog een tijdje te blijven. Ik hanteer daar dezelfde ambities, alleen kiezen we voor een fysiek minder zwaar repertoire.”

Ben jij veranderd in die 25 jaar?
“Ik ben zeer gedisciplineerd en bereid me gedegen voor op iedere repetitie. Ik heb in de loop der jaren geleerd dat het niet werkt om me teveel te hechten aan die voorbereiding. Meebewegen werkt beter. Wat ik ook heb moeten leren is incasseren. Het is een kwetsbare positie zo alleen op de bok tegenover honderd zangers. Als ik tijdens een repetitie te midden van iedereen opeens gecorrigeerd word, dan raakt me dat. Vroeger kon me dat echt uit balans brengen. Toen ik aan het begin van mijn carrière met een gewaardeerde collega sprak over mijn twijfels en onzekerheden, kreeg ik het advies: wees jezelf. Dat kan ik nu en dat geeft een enorm gevoel van vrijheid. Om een echte ontwikkeling te kunnen bewerkstelligen met een koor, maar ook zelf als professional heb je tijd nodig. Die tijd is me gegund bij Toonkunst Zutphen en daar ben ik echt dankbaar voor.”

Je neemt afscheid met de Elias van Mendelssohn, waarom dat stuk?
“Het combineert mijn liefde voor drama en biedt prachtig de mogelijkheid om te kunnen laten horen wat dit koor waard is. Het begint met de profeet Elias die op dramatische wijze het volk vervloekt. Het orkest reageert met een spannende opzwepende ouverture waarop het koor uitbarst in een grote weeklacht. Je zit direct op het puntje van je stoel. Het is een verhaal met een boze god, een opstandig volk, een slechte koning, een wraakzuchtige koningin en het ene na het andere wonder. In afwisseling met het koor en soms samen met het koor, vertellen acht solisten het verhaal in intieme aria’s en ontroerende duetten. In dit grote symfonieorkest, met pauken, koperen blaasinstrumenten en trombones, komt zelfs mijn liefde voor de blaasinstrumenten terug.

We zijn bezig met de laatste repetities waarin we de puntjes op de i zetten, maar waarin ik ook al veel sta te genieten. Ik kijk ernaar uit om tijdens het concert het koor nog één keer, als een zeer vertrouwd en geliefd instrument, vast te mogen houden.”

Uitvoering Elias van Mendelssohn op zaterdagmiddag 10 december. Kaarten verkrijgbaar bij de Hanzehof te Zutphen.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant