Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Hunkerend naar groen aardde Mark van Leeuwen in Groenlo

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze week een gesprek met dichter Mark van Leeuwen, hij verhuisde van Voorburg naar Groenlo en stelt dat het universum er alles aan gedaan heeft hem en zijn man op de juiste plek te krijgen.

Door Eva Schuurman

Ondanks dat Mark van Leeuwen geen wortels in Groenlo heeft, voelt het er voor hem als thuis. “Het lijkt op waar ik ben opgegroeid, toen ik vanuit Voorburg nog helemaal kon doorkijken naar de duinen. Je kon er slootjespringen tussen de koeien en het was er groen.” Maar Mark zag, tot groot verdriet, Den Haag in vijftien jaar tijd aan Rotterdam vastgroeien. “Je vindt er lepelaars langs het spoor en ijsvogels midden in de woonwijken. Ze zijn daar eeuwenlang geweest en nu zijn ze compleet de weg kwijt.” De lucht vulde zich er met fijnstof en dat maakte dat Mark rond zijn twintigste astma ontwikkelde. “In de Achterhoek kan ik letterlijk weer ademen, binnen een jaar was ik hier van mijn astma af.” En met die hernieuwde zuurstof kan hij zich nog beter vergapen aan de reeën en de buizerds die hij wekelijks ziet, zijn enthousiaste bulderlach verraadt hoe hard hij daarvan geniet. “Oh, mijn hemel. Het is hier zo mooi!”

Mark is authentiek en veelzijdig; hij volgde een dansopleiding, studeerde Nederlands en ging naar de PABO. Toen hij merkte niet genoeg creatieve energie meer te kunnen verzamelen, leegde hij zijn hoofd tijdens het werken in een tuincentrum en inmiddels is hij verantwoordelijk voor alle administratieve processen aan de ‘University College’ in Twente. “Mijn CV is verstrengeld met wie ik ben, na vele omzwervingen heb ik mijn balans gevonden.” De balans die hem weer doet schrijven, al omschrijft hij de poëzie ook als een overvolle vijver: “Er zijn te veel dichters en te weinig lezers.” Vraag hem trouwens ook niet naar het nut ervan, want volgens Mark is het eigenlijk niet zo van belang. “Daar ben ik heel nuchter in, je moet kunst niet belangrijker maken dan het in realiteit is.” Toch wordt ie hartstikke chagrijnig als hij niet kan schrijven, zijn drang poëzie te maken zal dus altijd wel blijven. Inmiddels vindt hij de rust waarin hij kan creëren in de Achterhoek. Prikkelarm kun je zijn woning overigens allerminst noemen, maar voor hem werkt het wel; de combinatie van groen behang, oranje muren, rode plafonds, zijden gordijnen en Perzische tapijten. “Het is hier heel bont en ik ben erg kleurgevoelig, maar de combinaties kloppen en zo heb ik alsnog rust.”

‘De meeste westerlingen kijken helemaal niet op de boeren neer, ze zijn veel te druk met zichzelf’

Zijn hang naar richting en kalmte is urgent, alhoewel niet langer op een ongezonde manier; zijn laatste bundel ‘Zwanendwang’ vertelt over de dwangneurose die hij tijdens zijn dansopleiding ontwikkelde. Op zoek naar grip en overzicht neuriede hij zichzelf structuur toe met het Zwanenmeer, maar op een gegeven moment werkte dat niet meer. “Ik moest het helemaal afmaken. Soms probeerde ik alleen de tweede akte te doen, twintig minuten, maar dan moest ik daarna toch door.” Het bleek, gelukzalig genezen op eigen kracht, de voedingsbodem voor een bundel. In Groenlo ontstaan, door schrijvend terug naar Den Haag te gaan.

“Mijn man en ik wilden hier eigenlijk pas gaan wonen met ons pensioen.” Maar toen werd zijn schoonvader ziek en bespoedigden ze die stap. “We keken elkaar aan en kwamen deze kant op.” Bij toeval werd het Groenlo, waar een oude dokterswoning staat uit 1905. Nu wil het dat zijn man Daan huisarts is. Alleen niet daar, want de praktijk met eigen opgang werd de kangoeroewoning van zijn ouders. “We kunnen binnendoor naar elkaar toe, het werkt en het is gezellig. We zijn gewoon een gezin, met heel veel liefde.” Mark en Daan troffen er ongeveer dezelfde buren als in het westen: “Met dezelfde mentaliteit die we gewend waren; interesse, vrijgevigheid en een opendeurenbeleid.” Mark ging er sowieso wel vanuit op de inwoners alhier te lijken: “In grondhouding is de Nederlander toch altijd een Nederlander.” Het verbaast hem dan ook niet dat de ‘BBB’ landelijk zo groots is geworden. “De meeste westerlingen kijken helemaal niet op de boeren neer, ze zijn veel te druk met zichzelf.” En daarnaast haalt hij het Westland aan, waar immens veel kassen staan. “Ja, het is tuinbouw. Maar de mentaliteit aldaar is heel overeenkomstig met die van de boeren. Ik hoop zo dat de Achterhoeker minder vroom en bang is voor hoe zij daar zouden worden bezien.”

Het zou overigens wel helpen als ze de Achterhoek opnieuw door de ogen van Mark van Leeuwen bekeken, die raakt hier namelijk nooit uitgekeken. Hij haalt het gezonde en rustige tempo aan: “Zoals het in de wereld hoort te gaan.” Misschien loopt Mark daarom schrijvend inmiddels achter dwaallichten aan. “Ze kunnen boven moeras en wetland ontstaan.” Maar tot hij dat fenomeen met eigen ogen ziet, laat hij zijn nieuwste zinnen er al over gaan. In narratieve gedichten, die verhalend blauw oplichten wat beschenen verdient te worden; zijn grenzeloze geluk een inwoner van de Achterhoek te zijn geworden.


Illustratie: Marc Weikamp

8 keer 8erhoeks met Mark van Leeuwen

Favoriete plek in de Achterhoek:
“Het buitengebied tussen Groenlo en Lievelde. Het ‘Korenburger Veen’, ‘Vragender Veen’, de ‘Engelse Schans’, maar het liefst wandel ik parallel aan het trampad; dat gebiedje, ik weet niet wat Staatsbosbeheer daar aan het doen is, maar volgens mij gebruiken ze het als experiment. In dat kleine stukje komen zoveel bijzondere soorten voor: blauwe gentianen, dat zijn alpenplantjes. Het gentiaanblauwtje; een blauwvlinder die uniek is, maar hier met honderden aanwezig. We hebben de wespenspin; een vrij grote forse spin, geelzwart gestreept. En in de herfst kom je hier, op een stuk van slechts 200 à 300 meter, wel 50 verschillende soorten paddenstoelen tegen! Je weet niet wat je ziet! Volgens mij is het een kweekvijver, zo waanzinnig bijzonder!”

Mooiste bedrijf/organisatie in de Achterhoek:
“’Rockcafé Taste’ van Roland en Marion, dat zijn vrienden van ons. Het is een heel tof en veelzijdig café, met muziek en theater. Ik mag er 29 mei optreden met drie andere dichters. Ze hebben een intieme capaciteit en een steengoede programmering. Het is er fantastisch, ik loop erheen en rol terug naar huis.”

Mooiste gebouw in de Achterhoek:
“Ik kijk gelijk naar rechts, want we wonen naast het ‘Graafschap College’. Het is een complex dat vroeger een meisjesschool was; het heeft traptorentjes en is gezichtsbepalend voor Groenlo. Er is glas in lood, een kapel met een groot rozetraam en het ligt voor een deel aan de gracht. Wij hebben het gevoel in een kasteeltuin te zitten.”

Meest inspirerende Achterhoeker:
“Ik kies voor Piet Mondriaan, hij heeft zijn hele jeugd in Winterswijk gezeten. Ik voel me verwant met beeldend kunstenaars en componisten, als ik schrijf heb ik eerder het idee met een schilderij of muziekstuk van woorden bezig te zijn. Wat ik mooi vind van Mondriaan is dat je bij hem de overgang van figuratief naar abstract ziet, hoe hij abstraheert. Als ik op school kunstles gaf, dan liet ik altijd die boom van hem zien die steeds meer oplost in vierkantjes, dat is feitelijk een gedicht; ik heb een visie, maar die los ik op in woorden. Daardoor moet men altijd een beetje puzzelen.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“Mijn schoonzus, de zus van Daan is best een bekende kunstenares; Inge Teunissen. Ons huis is een beetje haar museum. Ze maakt van alles, is beeldend kunstenaar en doet heel veel met aquarellen en sculpturen. Mijn eigen vader schildert ook, de kaft van mijn bundel ‘Zwanendwang’ is een schilderij van hem.”

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
“Ik heb een quilty pleasure, die is van ‘Jan’s’ in Groenlo; een slijterij met zijn eigen foezel. ‘De Grolse deerne’, het is een heel lekker likeurtje.”

Mooiste Achterhoekse lied:
“Dat vond ik een hele moeilijke, ik luister namelijk vooral klassieke muziek. Ik weet het gewoon echt niet, dus hier liep ik een beetje spaak.”

Mooiste Achterhoekse uitdrukking:
“Mijn schoonvader spreekt streektaal en deze is van hem, als ik het op zijn manier probeer uit te spreken kwets ik hem vooral. Hij heeft de spreuk van zijn moeder: Ik lieg alleen als ik waarheid tekortkom.”


Mark van Leeuwen. Foto: Daan Teunissen 

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant