Maquettebouwer Constant Willems vertelt dat zijn kater Marcel Zutphen vanaf boven bekijkt. Foto: Sander Grootendorst

Maquettebouwer Constant Willems vertelt dat zijn kater Marcel Zutphen vanaf boven bekijkt. Foto: Sander Grootendorst

Maquettebouwer presenteert zijn monnikenwerk

Cultuur

ZUTPHEN - Het eerste plaatje dat maquettebouwer Constant Willems donderdagavond bij zijn PowerPointpresentatie aan het publiek in het museum toonde, vertelde meteen een groot deel van zijn verhaal: De ogen van kater Marcel kijken uit boven de stad Zutphen zoals die er in 1485 bijlag. Door Willems huisje voor huisje, straatje voor straatje, bruggetje voor bruggetje, paaltje voor paaltje in een schaal van 1:500 nagebouwd.

Door Sander Grootendorst

De foto is genomen tijdens het maakproces, dat vijf jaar duurde, en geeft door de aanwezigheid van de kat een indruk hoezeer de noeste arbeid van de maquettebouwer het sfeerbeeld in huize Constant en Trudy Willems bepaalde. “De kat en ik waren dagelijks op zolder te vinden. Maar de maquette groeide en op het laatst hebben we zelfs de woonkamer ontruimd zodat ik eraan kon blijven werken.”

De maquette, twee bij drie meter groot, bevindt zich al een tijdje in het Stedelijk Museum, als pronkstuk van de expositie Als stadsmuren konden spreken, maar was nog niet officieel gepresenteerd. Dat gebeurde donderdag voor iedereen die direct of indirect bij het project betrokken was. Dinsdag 22 november is de presentatie ‘the making of the maquette’ voor iedereen die erbij wil zijn (van te voren aanmelden via maquette.eventbrite.nl). Inloop 19.30 uur, aanvang 20.00 uur. Over de bouw van de maquette komt april volgend jaar een documentaire uit, gemaakt door John Post. Een trailer daarvan is ook dinsdagavond te zien.

Stadsarcheoloog Michel Groothedde vertelde dat het idee voor een tastbare 3D-afbeelding van Zutphen in 1485 al heel lang in zijn hoofd zat. Waarom precies dat jaar? “Toen werd in Zutphen de eerste brug over de IJssel gebouwd. Dat markeerde het einde van de Hanzetijd. Vervoer ging steeds minder over water en steeds meer over land. Deventer had in 1482 zo’n brug aangelegd, Zutphen kon natuurlijk niet achterblijven.”

De maquette is in twee opzichten een momentopname. Zo heeft Willems de IJsselbrug in aanbouw nagebootst: de brug was in 1485 immers nog niet af. En de huidige stand van zaken in het historisch onderzoek wordt weergegeven. Het was in feite een onderzoeksproject op zich. Groothedde: “We zijn heel veel te weten gekomen wat we nog niet wisten of dingen die we wel al wisten, vielen op hun plek.” Zo was tot nog toe onbekend dat in de Laarstraat kort na 1485 een hevige brand de meeste panden in de as heeft gelegd.

Aan het onderzoek leverde Dineke van Krimpen een grote bijdrage door haar vaardigheid in het lezen van oude rentmeestersrekeningen. Volgens Groothedde zal een bewoner van toen die nu door de maquette wandelt de stad ongetwijfeld herkennen. “Maar we hebben niet alles kunnen achterhalen. Er is altijd kans dat hij zich afvraagt: waarom hebben ze mijn huis dwars neergezet?” Wel is van alle huizen bekend wie er woonden. “De stad was zeer dicht bevolkt, er was nauwelijks open ruimte.” Dat geldt vooral voor de ‘oude stad’ en in iets mindere mate voor de Nieuwstad; in de Spittaalstad woonden juist weinig mensen, daar waren moestuinen, paardenweitjes en hooibergen te vinden. En ontwateringssloten tegen de drassigheid. Overigens is er ondanks alle verschrikkingen die Zutphen na 1485 nog ten deel zouden vallen veel van toen nog steeds zichtbaar aanwezig, niet alleen de kerken, maar tal van andere panden, muren en torens.

Voordat Willems met een volgend gebouw(tje) kon beginnen, moesten hij, Groothedde en gemeentelijk bouwhistoricus Jeroen Krijnen het eerst eens worden over de vorm die het moest krijgen. “Het ging er soms heftig aan toe.” De duizenden e-mails die de drie uitwisselden, worden bij wijze van documentatie bewaard, liet Willems weten. “De emoties hebben we er wel uitgefilterd.” 

Willems gebruikte voor de hand liggend bouwmateriaal als triplex en ijzerdraad, maar bijvoorbeeld ook bierblikjes: daarvan maakte hij de kerktorens. Fijngezeefd volièrezand bleek geschikt om, in de verf gezet, akkers of grasvelden aan te duiden.

Hendrik Haafkens, programmamanager erfgoed bij de gemeente Zutphen, noemde Constant Willems een kunstenaar. En ook Louise Broekhuysen deed dat. Ze sloot de bijeenkomst af met een gedicht waarin ze ook Willems’ vele rekenwerk belichtte. Ze zag hem als het ware door zijn eigen maquette sluipen: ‘Hij zal zichzelf verkleinen tot hij in de huizen past’.

Na de toost op het welslagen van Willems’ monnikenwerk begaf het gezelschap zich nieuwsgierig naar de maquette, die nog tot 9 januari in het museum blijft. Daarna verhuist hij naar de Bourgonjetoren, met mogelijk een tussenstop in de Walburgiskerk.

Constant Willems geeft uitleg bij de maquette in het museum. Foto: Sander Grootendorst

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant