Afbeelding

A.L. Snijders | Tekkel

Opinie

Ik ga voorlezen op de school van mijn kleinzoon. Verhalen over dieren, lang geleden geschreven. Ik begin met het verhaal over een tekkel. De eerste zin luidt: "De hond van E. is dood, de dokter heeft het gedaan." E. wil het liefst een tekkel, dat wil hij zijn hele leven al, vertelt hij, een tekkel. Ik zeg dat je alleen een tekkel kunt houden als je op straatstenen en asfalt woont, want een tekkel kruipt in elk gat in de grond.

Dan komt de zin: "Ik vertel hem over Jopie Bisschop, Europees bokskampioen, weltergewicht." Moet ik deze zin voorlezen? De kinderen weten niet wie Jopie Bisschop is, en zeker niet wat weltergewicht betekent. Jopie Bisschop woonde in Amsterdam op de Nieuwmarkt, ik woonde ook in die buurt. Toen ik verhuisd was naar de Achterhoek kwam hij me bezoeken met zijn vrouw en hun tekkel. Ze vonden het een mooie streek en gingen 's middags een boswandeling maken. Na een paar uur kwamen ze terug zonder tekkel. Die was een konijnenhol binnengegaan en er niet meer uitgekomen. Het werd donker, we zijn nog teruggegaan met lantaarns, maar de hond liet zich niet zien. De stemming was gedrukt. Jopie Bisschop en zijn vrouw gingen terug naar Amsterdam, naar de Nieuwmarkt waar ze woonden. De volgende dag kwamen ze terug en posteerden zich weer voor het hol. Dat loonde, de hond kwam eruit. Later vroeg ik me af waarom ik niet had gevraagd of ze bleven slapen. We hadden kamers en bedden genoeg, het was een blinde vlek geweest, ik was mezelf vergeten of had mezelf niet herkend. De laatste zin van het verhaal luidt: "Later heeft Jopie Bisschop eigenhandig een zeewaardig zeilschip gebouwd, waarmee hij tussen Europa en Zuid-Amerika heen en weer voer met betalende gasten." Als een oplettende leerling, mijn kleinzoon bijvoorbeeld, zou vragen wat dat schip te maken heeft met die tekkel in dat konijnenhol, wat zou ik dan moeten antwoorden. Voor alle zekerheid doe ik er ook nog een dierenverhaaltje bij waarover geen misverstanden kunnen verstaan.

Meeuwen
Ik hark massa's bladeren in de tuin. Om mij heen lopen acht kippen,
die de wormen en larven oppikken. Dit maakt geen indruk. Het maakt
indruk als je op de achtersteven van een groot zeeschip staat en naar
de meevliegende meeuwen kijkt. Zo moet het blijven.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant