Ad ten Bosch met de nieuwe uitgave met op de achtergrond de Walburgstoren.
Ad ten Bosch met de nieuwe uitgave met op de achtergrond de Walburgstoren. "Een mens alleen heeft er de Walburgstoren / toch als gespreksgenoot." Foto: Alize Hillebrink

Origineel handschrift Ida Gerhardt in heruitgave Dolen en Dromen

Algemeen

ZUTPHEN - Het is 39 jaar geleden dat Ida Gerhardt haar gedicht Dolen en Dromen aan het papier toevertrouwde. Voor het eerst verschijnt er nu een uitgave van het gedicht, dat zich afspeelt in Zutphen, in haar originele handschrift. Wie schrijft die blijft. Dat blijkt.

Door Alize Hillebrink

Ons handgeschreven schrift raakt steeds meer in onbruik. We communiceren via elektronische post en met ons toetsenbord schrijven we in onpersoonlijke computerletters. De schrijver herkennen aan zijn handschrift is er niet meer bij, hooguit aan zijn stijl. Het verliezen van ons handschrift door moderne elektronica is misschien wel de reden dat er meer en meer belangstelling is voor het - persoonlijke - handschrift.

'Ziehier hoe klein en onvolkomen een aanvang nam, Dolen en Dromen'

Het is kerst 1980, een paar maanden na het verschijnen van Ida Gerhardts gedicht Dolen en Dromen. Als goede vriend van de dichteres en classica, ontvangt schrijver en voormalig uitgever en boekhandelaar Ad ten Bosch van Ida Gerhardt een kerstgeschenk. Het cadeau is een 'vitamineboost' voor de winterse dagen en bevat appels, sinaasappels, walnoten. Tussen de vruchten steken twee waskaarsen en aan de zijkant zit een notitie gestoken met de tekst: 'Ziehier hoe klein en onvolkomen een aanvang nam, Dolen en Dromen'. "Het blijkt het 'kladje' van haar eerste aanzetten van het gedicht Dolen en Dromen in haar handschrift", vertelt Ad ten Bosch.

Een schrift met het volledige gedicht krijgt hij een jaar later, in november 1981. Ze schenkt het Ad omdat zijn verzoek voor een bijdrage aan een fotoboek van Ab van der Kloot over Zutphen, beslissend was voor het ontstaan van het gedicht. Met de originele teksten in zijn hand komt de gedachte in hem op het gedicht uit te geven in haar originele handschrift. Het zal nog 39 jaar duren voor het zover komt. De viering van het 175-jarig bestaan dit jaar van boekhandel Van Someren & Ten Bosch - de boekhandel waar zijn vader en hij jarenlang boekhandelaar van waren - is de aanleiding om zijn voornemen eindelijk te realiseren.

De geschiedenis herhaalt zich
Op 8 november 1980 was het burgemeester Roeters van Lennep die bij de presentatie van Dolen en Dromen in het toenmalige Stedelijk Museum aan de Rozengracht het allereerste exemplaar in ontvangst nam van Ida Gerhardt. Ad neemt de toespraak heimelijk op. Bij de overhandiging van het eerste exemplaar aan burgemeester Annemieke Vermeulen tijdens het Jubileumfeest afgelopen donderdag 17 oktober, speelt hij een fragment af uit de toespraak. De geschiedenis herhaalt zich. In de aanwezigheid van zeshonderd bezoekers in de Buitensociëteit, klinkt als een echo uit het verleden, de strabante, scherp gedragen stem van Ida, als ware het koningin Wilhelmina zelf. En ook het jaargetijde komt overeen: "Het is herfst in een kleine stad aan de rivier, waar het gouden oktoberlicht het stilaan van de najaarsnevel wint", zegt Ida in haar voordracht.

Ida's handschrift is van een verbluffende regelmaat, beheerst en trefzeker en bevat zeer weinig doorhalingen

Ad ten Bosch heeft er goed aan gedaan. Het handschrift van Ida leent zich voortreffelijk voor een facsimile. En ook al is haar handschrift omwille van de bladspiegel iets verkleind, de met inkt geschreven tekst is van een verbluffende regelmaat, beheerst en trefzeker en bevat zeer weinig doorhalingen. Wat nu opvalt is dat Ida steevast schrijft: Dolen en Dromen, onderstreept en met hoofdletters. Op de kaft van de huidige uitgave wordt de titel: 'Dolen en dromen' gebruikt. En op de eerste uitgave in 1980, stond de titel juist weer in volledige hoofdletters DOLEN EN DROMEN.*

Ida's oeuvre in Zutphen
"Dichter bij Ida kun je niet komen", zegt Ad ten Bosch. Ida was volgens hem "helemaal ondersteboven van het feit dat ze in een half jaar tijd zoveel succes had en eindelijk erkenning kreeg voor haar werk." Dit voorjaar verscheen zijn boek De IJssel stroomt feller dan de Amstel, waarin hij vertelt over zijn eerste kennismaking met Ida in de boekhandel aan de Turfstraat en over de vriendschap die in de jaren daarna groeit. Na haar dood in 1997 laat Ida Gerhardt de rechten op haar werk na aan Ad ten Bosch. "Ik ben haar plaatsvervanger op aarde", zegt Ad. Knipogend: "Ik ben de weduwe Gerhardt."

Ida's nalatenschap werd geschonken aan de gemeente Zutphen. "Ik twijfelde nog aan het Letterkundig Museum in Den Haag," zegt Ad, "die wilde het dolgraag hebben, maar ik besloot dat ze Zutphen toebehoorde." Wethouder Yvonne van der Houwen stelde hierna de Ida Gerhardtprijs in.

Een gedicht waarin je het hart van Zutphen hoort kloppen en de ademhaling van de stad kunt voelen

Inleiding in de hernieuwde uitgave vormt de beschrijving hoe Ida kwam tot het gedicht Dolen en Dromen. Tevens is de volledige lezing van Ida Gerhardt bij de presentatie van DOLEN EN DROMEN uit 1980 opgenomen. De geluidsopname hiervan is in 2001 op cd uitgegeven bij de vierde heruitgave van het gedicht. De keuze om nu de geschreven versie op te nemen is een goede zet. Je vraagt je zelfs af waarom deze tekst niet in eerdere uitgaven is opgenomen, aangezien de toespraak namelijk direct dient als - in Ida's woorden - 'richtingwijzer', zodat de lezer niet 'verdwaalt'.

Zo vertelt ze dat het gedicht, hoewel het zich in de 'metropolis Zutphen' afspeelt, géén lofzang is op Zutphen. Het is eerder een beleving van Zutphen, van binnenuit. Een gedicht waarin je het hart van de stad hoort kloppen en de ademhaling van de stad kunt voelen.

Met groot verlof
Ida ondervindt haar belevenissen in de stad Zutphen terwijl ze 'met groot verlof is'. In een tijdspanne van iets minder dan anderhalve dag stapt ze uit de dagelijkse tijd, uit het 'moeten' van haar eigen dagelijkse leven. Het gedicht is de belichaming van een bewustzijnservaring die beleefd lijkt te worden na het loslaten van het adequate, doelmatige bewustzijn. Ze staat zichzelf toe aan zichzelf te ontsnappen, alsof ze zichzelf, haar persoonlijkheid opzij zet en laat vervloeien in de wereld om haar heen.

"Anderhalf etmaal ben ik omgegaan / mijzelf ontkomen, eindelijk mijzelf - / dolend en dromend in een kleine stad, / waar àlles stem kreeg, àlles open ging. / Steeds wetend: zó kan het maar éénmaal zijn." Tijd speelt geen rol, het gedicht is het volgens Ida 'volkomen tijdloos'. " – En tegelijk / was ik volkomen uit de tijd getild: / gisteren, morgen of vandaag – och kom!"

Ida's nalatenschap werd geschonken aan de stad Zutphen

In haar toespraak zegt ze: "Het is een dag waarop alles tot een gelijkenis schijnt te worden, een gelijkenis van het geheim dat àchter de zichtbare dingen ligt." (Een gelijkenis is een kort verhaal, gewoonlijk gesitueerd in het dagelijks leven, dat dient om een religieus, moreel of filosofisch idee te illustreren, red.). Wat Ida wil zeggen is dat zich tijdens haar tocht door Zutphen, in die anderhalve etmaal, een geheim openbaart dat achter de zichtbare dingen schuilt.

Haar tocht voert langs de Overwelving en na een verpozing in de Kloostertuin achter de Broederenkerk, vlucht ze "zigzag binnendoor" naar de Zaadmarkt alwaar het Bornhof wordt betreden, het museum Henriette Polak en de tuin van het 's Gravenhof, alwaar ze met de 'Walburgstoren' als gespreksgenoot een kop koffie drinkt. "Een mens alleen heeft er de Walburgstoren / toch als gespreksgenoot."

Dan ineens moet ze huiswaarts, het gewone leven wacht op haar, brieven, stapels post moeten worden doorgenomen. Ze tilt zichzelf en de lezer op uit de droom, terug in de alledaagse werkelijkheid. De tijd is die weer van een wijzer die voorttikt. Thuisgekomen, gaat ze vroeg naar bed en belandt in een schermertoestand. Tegen de ochtend krijgt ze een droom waarbij een tweede keer de gebeurtenissen en mensen van de afgelopen dag samenkomen en ze wil blijven, maar hanengekraai wekt haar en het afscheid is definitief. "Dàg dappere Steeds-op-weg! Misschien zie ik / je niet meer terug. – Ik ben al duizend jaren."

En dan rest als laatste nog de vraag die Ida in aan de lezer overlaat om aan te wijzen. "Het gedicht is ontstaan uit één versregel, die er het levend hart van is". Welke regel bedoelt Ida daarmee? Ad ten Bosch heeft wel een idee. "De strofe met de architect, de vader van het kind, misschien dat ze daarmee God bedoelt, maar laat het, zoals Ida zegt, aan de lezer over." Afsluitend: "Laat het een mysterie blijven, zoals het bedoeld is."

*Contact kiest voor de originele schrijfwijze van de titel van Ida Gerhardt: Dolen en Dromen, behalve waar het een eerdere uitgave betreft, wordt de schrijfwijze van de titel gehanteerd zoals deze is uitgegeven.

Ida Gerhardt, Dolen en dromen, gebonden gelimiteerd in oplage van 175, 48 pagina's, elk exemplaar is afzonderlijk met de hand genummerd, 35 euro. Paperback, 12,50 euro.

Strofe uit het gedicht van Ida Gerhard. Foto: PR
Ida Gerhardt in de kloostertuin van het Broederenklooster (1979). Foto: Ab van der Kloot
Kerstgeschenk (1980) van Ida Gerhardt met de eerste aanzet van Dolen en Dromen. Foto: PR

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant