Afbeelding

Uut 't Wald | Snekke of eggele

Algemeen Columns

Snekke of eggele

In deze tijd van het jaar moet je oppassen dat je niet op ze trapt. Vooral tijdens fietstochten, want om de een of andere reden schijnen slakken een voorliefde te hebben voor fietspaden. En het oversteken duurt bij hen zo verrekte lang!

Slakke zeggen we in de Achterhoek meestal tegen deze slome dieren. Of, afhankelijk van waar je woont, ook wel slekke (in de noordelijke Achterhoek) of slek (meer naar het zuiden en in de Liemers). Lijkt allemaal nog aardig op het Nederlandse woord. Maar dat geldt niet snigge, de naam waaronder het weekdier rond Groenlo en Winterswijk bekend is. In Neede hebben ze het trouwens over een snikke en in Eibergen (toch maar een paar kilometer verderop) over een snekke. Een oud en al lang vergeten benaming is eggele. Een naam die het beestje ook in Twente heeft. Of beter gezegd: had.

Aan de benaming slek zit overigens nog een bijzonderheid vast. Het is namelijk zowel enkel- als meervoud. Je kunt dus in de Liemers één slek zien, maar ook wel twee of drie slek.

De meeste slakken op het fietspad zijn naaktslakken, maar vraag je een kind om een slak te tekenen, dan komt er meestal een huisjesslak op papier. Zo'n huisje heet in het Achterhoeks natuurlijk huusken. Maar ook wel (en dat is gezien de vorm niet zo vreemd) schelpenhuuske. Vroeger sprak men over een dop, of ook wel over een eggelendop.

Tenslotte een raadseltje: 't Geet oaver de brugge met 't hoes op rugge. Rao, rao, wat is dat?

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant