Ineke Kuiper. Foto: Alize Hillebrink
Ineke Kuiper. Foto: Alize Hillebrink

Zutphense Leeuw juli 2019 - Ineke Kuiper: 'Ik ben altijd diep bewogen met een stervende'

Algemeen De Zutphense Leeuw

Zutphense helden, u kent ze wel. Ze zetten zich met hart en ziel in voor de samenleving. Onmisbaar zijn ze, maar wat drijft hen, wat is hun geheim? De Zutphense Leeuw is een schriftelijke onderscheiding voor deze helden.De Zutphense Leeuw van deze maand is Ineke Kuijper.

De geboren Warnsveldse Ineke Kuiper (77) werkt het liefst 's nachts. Al dertien jaar waakt de vrijwilligster 's nachts over mensen in hun stervensfase. "'Er zijn' voor mensen in hun laatste levensfase, betekent veel voor de ander, maar ook voor mij."

"In mijn werkbare leven was ik kinderverpleegkundige in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. Ik werkte op de babyafdeling met te vroeggeborenen en kinderen met een aangeboren afwijking uit Den Haag en omgeving. Op deze afdeling had ik te maken met de dood, baby's die het niet haalden. Later ging ik naar Ziekenhuis Dirksland op de Zuid-Hollandse eilanden, gevolgd door het ziekenhuis in Spijkenisse. Mijn werk was mijn lust en mijn leven. Op mijn zestigste ging ik met de VUT en keerde terug naar mijn geboortegrond Warnsveld.

Toen ik hier net woonde, zag ik een advertentie waarin vrijwilligers gezocht werden voor terminale zorg. Later kwam daar de palliatieve zorg bij. Palliatieve patiënten worden niet meer beter, maar zijn nog niet terminaal. Terminaal wil zeggen dat het overlijden binnen korte tijd te verwachten valt.

In Den Haag zorgde ik voor een vriendin die kanker had. Ik dacht toen: dat past wel bij mij. Mijn moeder zei op haar sterfbed: dit zijn gouden dagen. Daarmee bedoelde ze dat ik er was voor haar. 'Er zijn', daar gaat het om bij mensen in de stervensfase.

Dat ik uit de zorg kom is een pré, maar is zeker geen vereiste. In de cursus komen onder andere lichamelijke verzorging, transfer- en tiltechniek en rouwverwerking aan bod. Als vrijwilliger ondersteun ik mensen in de laatste levensfase, thuis in hun vertrouwde omgeving. Ik ben er voor de cliënt en tegelijkertijd ontlast ik de mantelzorger.

Ik waak een nacht per week bij iemand thuis. Dat doe ik met drie collega-vrijwilligers, ieder op een andere dag. Een nachtdienst is van 23.00 uur tot 07.00 uur. Soms heb ik wel eens dagdienst, dat is maximaal vier uur. Eigenlijk sta ik dag en nacht paraat. Als een cliënt snel overlijdt, dan ben ik er soms maar één keer. Als de stervensfase langer duurt, dan zie ik iemand vaker.

Er is vaak heel wat voor nodig voordat mensen Noaberhulp inschakelen. Het betekent dat mantelzorgers het zelf niet meer aankunnen. Familieleden willen iedere nacht bij hun dierbare aanwezig zijn. Dat houd je even vol, maar geen weken. De zorg overlaten aan een vreemde is vaak een hele stap. Mensen geven hun vertrouwen aan mij om op hun geliefde en hun huis te passen. Ik vind het mooi dat ik dit mag doen, dat mensen mij toelaten in hun laatste stukje. Mensen zijn vaak ontzettend dankbaar dat ik er ben. Er valt een last bij ze weg. Het betekent even geen zorgen, even tijd om te slapen.

Het liefst zit ik met een boekje in een hoekje met mijn benen omhoog bij de cliënt of in de kamer ernaast. Soms is iemand nog goed aanspreekbaar, soms is iemand al heel ver. Ik lees graag spannende boeken. Die houden me wakker. Ik mag niet in slaap vallen. Ik wil alert blijven.

Ik kom in allerlei situaties. Soms in grote huizen, soms in kleine. Soms slaapt iemand rustig en soms is iemand juist heel druk en wil continu uit bed. Vaak is bij zo iemand het dag- en nachtritme verstoord.

Het gebeurt ook dat iemand helemaal alleen is en niemand meer heeft of bij zich wil hebben. Het weggaan 's morgens is dan heel naar. In de wetenschap dat iemand stervende is, vind ik dat wel moeilijk. Vaak blijf ik dan. Vooral als ik weet dat het ieder moment kan gebeuren. Ik heb meegemaakt dat iemand stierf en dat er buiten mij verder niemand anders was. De dood is niet eng. En het is ook niet alleen maar verdrietig zoals velen denken.

De nachten zijn me heel dierbaar. De nachten zijn het zwaarst maar ook het mooist. De nacht is intiem. Het contact is dan anders. En je verantwoordelijkheid is groter. Bij een spoedsituatie is er 's nachts niet direct hulp of zorg. Mijn verpleegkundige achtergrond is dan wel handig.

Met sommige mensen ben ik echt begaan. Vooral jonge mensen grijpen me aan. Ik ben altijd diep bewogen met degene die in bed ligt. Het laatste stukje is het meest bijzonder. Om in de laatste fase iets te betekenen voor een ander, betekent ook veel voor mij.

Als ik 's morgens thuis kom, schrijf ik mijn rapport, pak een douche en ga dan naar bed.

Vroeger, op de babyafdeling stond ik aan het begin van het leven, nu aan het eind. In beide gevallen moet er iemand zijn. In eenzaamheid sterven gun je niemand. Daarvoor zijn wij."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant