Afbeelding

Oerend Smart | Duizendblad

Opinie

Op de rouwkaart staat de vraag of de bezoekers bij de uitvaart in Haarlo een bloem willen meenemen. 'Jenny hield veel van de natuur.' Met z'n allen kunnen we een mooi veldboeket samenstellen, is het idee.

Tijd voor een wandeling met de hond. Die maakt me door haar niet aflatend gesnuffel constant attent op wat er plaatsvindt op de grond. Ze kijkt ook wel omhoog, om zich heen, maar meestal met als doel de aantrekkelijke bodemgeuren van verder weg op te snuiven, waar ze mij vervolgens poogt naartoe te trekken.
Het is december en er bloeien nog veel planten. Het voelt bepaald niet winters buiten, eerder lente-achtig. Drie jaar geleden stonden langs de Martinetsingel in Zutphen narcissen te bloeien. In de krant kon ik dankzij Jenny melden dat dat ook in Lochem het geval was: in de berm van de Zutphenseweg, om de hoek van waar zij woonde.
Nu zie ik ze niet, wel madeliefjes, die van oudsher het hele jaar door bloeien, ook al toen nog niemand het over klimaatverandering had. Achter theater Hanzehof bloeien enkele exemplaren van het duizendblad, die houden het normaliter minder lang vol. Ze zijn zeer algemeen, de natuur kan er vast wel eentje missen, zeker als hij voor Jenny is. Ik houd de pluim met witte bloempjes bij mijn neus – soort automatisme – en constateer dat hij best lekker ruikt, best sterk ook. De hond haalt háár neus ervoor op, deze geuren boeien haar niet.
De blaadjes van het duizendblad zijn driedubbel geveerd, heel verfijnd. Sinds mensenheugenis worden de soort geneeskrachtige eigenschappen toegedicht. Je kunt er thee van zetten. Helpt bij verkoudheid en griep.
Bestond er maar iets zo algemeens en makkelijks tegen ernstige ziektes waaraan mensen – veel te jong nog – overlijden. Jenny Polman werd eenenzestig jaar.
'Mens en natuur' is het thema van mijn vierwekelijkse bijdrage aan deze rubriek. Die twee woorden combinerend met de streek waarin wij ons bevinden, de Achterhoek, kom je al snel op de naam Jenny Polman. Jarenlang schreef ze voor dagblad de Stentor (en voorgangers) tal van artikelen over plant, dier en landschap in Lochem, Zutphen en verre omstreken. Ze was mede-bedenker van de veelgelezen pagina 'Langs Berkel en IJssel', waarin wij getweeën de rubriek 'Waarnemingen' verzorgden. Aanvankelijk vooral gedacht als fenologisch meldpunt, dat wil zeggen: lezers konden doorgeven wanneer ze voor het eerst in de lente een tjiftjaf hadden horen zingen, de eerste citroenvlinder hadden ontdekt, of in de herfst de laatste. De waarneming van bloeiend duizendblad in december had erin gepast.
Het werd vanzelf een rubriek met alle mogelijke natuurwaarnemingen, waarin met enige regelmaat ook de bezorgdheid om de natuur, waarmee het niet zo goed gaat, werd geuit. Zoals de lezersvraag: 'Waarom zie ik toch nergens merels?' Vermoedelijk was het aantal door een ernstige virusziekte gedecimeerd.
Met de geplukte bloem in mijn hand loop ik via een omweg met de kwiek kwispelende hond terug naar huis. Onderweg hoor ik onverwachts een merel zingen. Alsof hij al doorheeft dat tegen eind december de dagen weer gaan lengen.
Maar het lijkt ook net alsof hij deze morgen zijn lied speciaal voor Jenny zingt.

In de columns van journalist Sander Grootendorst staan mens en natuur centraal

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant