Lenie van Avezaath: ‘Dag jongen, mijn kind.’ Foto: Alize Hillebrink
Lenie van Avezaath: ‘Dag jongen, mijn kind.’ Foto: Alize Hillebrink

Zutphense Leeuw mei 2018 - Lenie van Avezaath: ‘In de oorlog leefden we ‘s avonds buiten, dan was het ’t veiligst’

Algemeen De Zutphense Leeuw

Zutphense helden, u kent ze wel. Ze zetten zich met hart en ziel in voor de samenleving. Onmisbaar zijn ze, maar wat drijft hen, wat is hun geheim? De Zutphense Leeuw is een schriftelijke onderscheiding die Alize Hillebrink namens Contact uitreikt aan deze helden. De Zutphense Leeuw van deze maand is Lenie van Avezaath.

Al twintig jaar bezoekt Lenie van Avezaath (90) wekelijks het graf van de Nieuw-Zeelandse piloot William Gibbs Abbott (Bill) op de Algemene Begraafplaats in Zutphen. Op 9 september 1944 stortte zijn Mustang III serie FB148 neer in de Uiterwaarden van de Hoven. De toen 17-jarige Lenie vond hem. 'Elke vrijdag fiets ik vanuit de Hoven naar zijn graf in Zutphen. En dan brand ik een kaars voor hem.'

Ze noemen me soldatenmoeder. Ik ben altijd bezig met iedereen. Ik heb negen kruisjes en ben nog goed te pas.

's Morgens gebeurde het. Ik ben ernaartoe gegaan, heb hem gezien. Ze hadden hem uit het toestel gesleurd. Zijn parachute was weg en vliegenierslaarzen had hij niet meer. Die hadden ze gepikt. De Duitsers. Daarna heeft de gemeente hem opgehaald en is hij maandags begraven, met militaire eer. Het moest snel, want het was warm weer. Zijn zussen hebben altijd op hem gewacht. Zijn ouders konden het hen niet vertellen van verdriet.

Een paar jaar geleden zag ik bij zijn graf een hemelsblauw autootje waarin iemand vriendelijk naar me zwaaide. Ik gaf de plantjes water en toen ik me daarna omdraaide was hij plotseling verdwenen! Dat was zijn geest. Geesten kunnen alles.

De sneeuwklokjes bloeien altijd als eerst. Daarna komen de narcisjes en in mei plant ik er vergeet-mij-nietjes. Die neem ik mee van de markt. En zo ben ik altijd zoet.

Zijn foto staat bij mij thuis op de kast. Ik heb er twee. In mijn slaapkamer staat er ook een. Ik groet hem elke morgen. Dag jongen, mijn kind, zeg ik dan. Hij zit me vaak aan te kijken. Soms wordt het me teveel, dan draai ik zijn foto om.

Op 5 mei gaan bij mij thuis altijd de vlaggen uit. Ik heb er wel een stuk of zes. Amerika, Engeland, Nederland, Canada en twee van de landingen bij Arnhem. 

In de oorlog leefden we 's avonds altijd buiten, dan was het 't veiligst. Ik kom uit een gezin van dertien kinderen. Een keer ben ik op weg naar de schuilkelder van de trap gevallen. Toen brak ik mijn bekken. Maar dat wisten we niet. Later in het ziekenhuis werd geconstateerd dat het gebroken was. Ik was het lopende wonder, zeiden de artsen.

Hoe Bill er bij lag toen ik hem vond hou ik voor mezelf. Maar het toestel was niet in de brand gevlogen zoals ze zeggen. Nee, dat was niet zo. Arme jongen, je had ook zo'n mooi leven kunnen hebben.


William Gibbs Abbott (Bill). 

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant