Dertig jaar project 'school-boer' en nog altijd nodig
AlgemeenBRONCKHORST – Het project 'school-boer', nu beter bekend als 'met de klas de boer op' wordt op 20 maart voor de dertigste keer georganiseerd. In de ochtend neemt de boer de rol van de leraar over in de klas en in de middag gaat de klas naar de boer toe. Drie grondleggers voor het project: Jozef Holtslag, Fré Heuvelink en Wim Regelink, die samen met Henny Helmink en Herman Harenberg begonnen, kwamen op uitnodiging van Renate Schut van de huidige projectgroep voor dit heuglijke feit nog eens bij elkaar. Een kleine maar gezellige reünie van drie veehouders met hart voor het boerenbedrijf en zeer gemotiveerd om hun verhaal aan kinderen te vertellen.
Door Liesbeth Spaansen
Even voorstellen
Jozef Holtslag (60) is een actieve boer met zestig koeien in Wichmond. Zijn zoon gaat het boerenbedrijf te zijner tijd overnemen.
Fré Heuvelink (70) boerde op het Grote Veld in Lochem en had koeien en varkens. De gronden werden opgekocht om terug te geven aan de natuur. Een perceel is behouden gebleven voor zijn dochter die er nu een paardenpension heeft.
Wim Regelink (71) uit Vierakker had een opvolger voor zijn boerenbedrijf: zijn dochter verplaatste het naar Duitsland.
Klas de Boer op
Fré Heuvelink was voorzitter van het project 'school-boer' dat gezamenlijk werd gestart met zes scholen in Warnsveld. "We hadden contact met Voorst, waar het project al bezig was. Er moest natuurlijk wel animo voor zijn, maar de leerkrachten waren allemaal laaiend enthousiast en het was niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de ouders heel informatief. Wat altijd bij blijft is de geboorte van een kalf en dat de kinderen een hekel hebben aan de stank. Er was veel onwetendheid. De boer krijgt op deze manier de kans om het verhaal te doen."
Jozef Holtslag weet nog goed dat het project in 1988 begon. "We hadden toen een middag belegd met de scholen en bleven daarna intensief in contact. Vooral in de beginjaren kwamen kinderen van de boerderij. We bedachten dat we eigenlijk de stad in moesten. Scholen uit Zutphen en later Vorden kwamen er daarom bij."
Wim Regelink: "Onderwijzers moesten voor het bezoek aan de boerderij hun lessen erop richten. Die middag kwamen de klassen dan naar het bedrijf, op de fiets, dus de afstand vanaf school moest ook goed zijn. De bedoeling van het project was, zowel toen als nu: kinderen kennis te laten maken met de landbouw, al is de onwetendheid van de ouders wel over." Ieder jaar vertelde Wim hetzelfde verhaal, maar steeds aan andere kinderen. "Je blijft herhalen ja. Boeren vroegen zich zeker in het begin af of ze het wel konden doen. De werkdruk is hoog, maar zij hebben er veel voor over om een dagje 'vrij' te maken om de kinderen te ontvangen. Vooraf zorgen ze dat er limonade, kaas en worst is, maken de stal en het terrein schoon, het is toch promotie van het bedrijf."
Projectgroep
Het project, dat werd en wordt gesponsord, onder andere door FrieslandCampina, Welkoop, ForFarmers Nederland en de Rabobank is toe aan het dertigste jaar.
Op dit moment bestaat de projectgroep uit Judith Waninge, Martine Maalderink, Nancy Schennink, Mariska Tiesink, Renate Schut en Vivienne Huetink, die binnenkort wordt opgevolgd door Joke Regelink. Vrouwen werken mee op de boerenbedrijven, ook al hebben ze vaak een baan ernaast. "We staan als vrouw achter het bedrijf," vertelt Renate Schut. "Wij zorgen heel goed voor onze dieren, daar doen we alles aan."
De noodzaak om kinderen meer over de boerderij te willen vertellen, blijft. "Boeren willen zeker de stadskinderen wel wat nieuws vertellen," weet Renate. "Over de koeien, elk dier heeft zijn eigen mooie verhaal, en de melk. Helaas is proeven uit de speen of tank om hygiëneredenen niet meer toegestaan." Het bezoeken van de boerderij spreekt de kinderen nog altijd aan. "Het is echt, ze kunnen aaien, ruiken en voelen. En soms ook op de trekker rijden. Het moet zeker nog dertig jaar doorgaan."
