Afbeelding

Column Paul Bombeld - Vogeltellingen

Algemeen Columns

Vogeltellingen

Ieder jaar in januari organiseert de plaatselijke club van vogelliefhebbers de januari-telling. Tientallen leden van vogelwerkgroep Zutphen gaan op pad om in een straal van zo'n zeven kilometer rond Zutphen vogels te tellen. En na twaalf jaren tellen levert dat leuke informatie op. Welke vogel komt in ons gebied het meest voor, welke is zeldzaam en welke zien wij enkel en alleen langs de waterkant? De vogelwerkgroep Zutphen heeft het allemaal in beeld.

Om een nauwkeurig beeld te krijgen welke vogels zich waar in de regio bevinden maakt de werkgroep gebruik van tien grote deelgebieden met namen als Gorssel, Cortenoever en Zutphen. En deze gebieden zijn weer onderverdeeld in totaal 49 telgebieden zoals Warnsveld, de Zuidwijken, Bronsbergen en de Mars. En dan komt er interessante informatie naar boven. Neem de grote mantelmeeuw, een einzelgänger die lekker solitair leeft en dan ook nog alleen strak langs de IJssel. En absoluut geen 300 meter verderop. Per telling wordt deze meeuw slechts enkele keren gespot. Heel anders is het verhaal van de buizerd. Deze komt overal in het telgebied voor, met uitzondering van de bebouwde kom. Maar aan de rand van Zutphen, bij de Zuidwijken en in Noordveen dringt de buizerd de stad regelmatig binnen. Er leven meer dan 200 exemplaren rond Zutphen. Een zeldzaamheid is de vogel al lang niet meer. En tenslotte nog de dodaars. Deze bruine watervogel houdt van smalle wateren met stijgende oevers. Dus in de Eefse Beek, het Afleidingskanaal en de Berkel -ook in de stad- komt deze veelvuldig voor. Maar weer niet in het Twentekanaal of de IJssel. Kortom, een veeleisend beestje.
De vogels die in januari het meest voorkomen in onze regio zijn watervogels met de Kolgans aan kop met 25.000 exemplaren. Maar ook de houtduif, pimpelmees en spreeuw zijn hier goed vertegenwoordigd. Echt zeldzaam zijn de kleurrijke roodborsttappuit, de tjiftjaf en de baardman. Af en toe worden ze gespot, maar soms ook jarenlang niet. En dan is er nog een stortvloed aan bijzondere exemplaren die één keer zijn gespot en daarna nooit meer. Ik houd het er maar op dat ze gewoon een jaartje zijn verdwaald. Klaarblijkelijk is het leven elders beter.

De lokale vogelwerkgroep gaat in januari weer tellen, maar dat betekent niet dat de leden in de overige maanden hun ogen en oren niet openhouden. Zo spotte Guido Verhoef twee weken geleden bij Bronsbergen een geelpootmeeuw en een Pontische meeuw. Michel Kleman en Remke van Rijswijk spotten in de uiterwaarden bij Zutphen de grote zilverreiger. En dan hebben we het nog niet over de Witstuitbarmsijs, de oeverpieper en de frater die vorige week gespot zijn bij Cortenoever. Ook ik zal mijn ogen en oren eens goed open houden, want ook in de winter valt er veel bijzonders te ontdekken.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant