Afbeelding

Column Henrieke Schoonekamp - Nooit alleendjes

Algemeen Columns

Nooit alleendjes

Afgelopen lente stonden ze ineens bij mijn tuintje, een prachtig eendenstel. Zij klein en wit, hij groot en gekleurd. Vooral zij had een opvallend kwaakje. Da's vast geen bestaand woord, maar iedereen begrijpt wat ik bedoel. Ik ging ze voeren en daar raakten ze aan gewend. Tot ontsteltenis van konijn, die vanachter het tuinhekje lijdzaam toe moest kijken hoe de twee eendjes brood en andere dingen kregen die hij niet hebben mag. Met luid gekwaak kwamen ze aan. Ik denk op het geluid van de achterdeur af, want mijn ritme is nogal onregelmatig. Voor een vroege dienst kwamen ze, na een nachtdienst of voor een late dienst. Feilloos pasten ze zich aan, de schooiers. Soms was zij alleen, soms kwam hij alleen. Maar meestal heel liefdevol met z'n tweetjes. Waar hij haar eerst liet eten, waaks om hem heen kijkend of niemand zijn meisje kwaad wou doen. Als zij genoeg had, begon hij. Als ik niet thuis was dan pikten ze het vogelvoer weg bij mijn achterbuurvrouw, hun nekjes door het gaas heen gestoken. Buurvrouw en ik dachten niet dat zij eieren hadden. Terwijl de gracht zich vulde met kleine gansjes, kleine hoentjes en kleine eendjes, bleven zij samen.

Tot ik op een avond thuiskom van het werk. Buurvrouw komt meteen aangelopen, met haar camera. "Kijk, ze heeft kuikens! Negen! Papa eend en mama eend en de negen kuikens stonden bij je hekje, ik denk dat ze je haar kindjes wilde laten zien, maar je was er niet. Ik heb snel foto's gemaakt!". Vertederd kijk ik naar de foto's, de gele en bruine pluizenbolletjes voelen een heel klein beetje als mijn kuikens. Ik zoek de gracht af, maar zie ze niet. De volgende dag kom ik eind van de middag thuis en zie ze een heel eind verderop dopperen in de gracht. Maar vanuit de verte tel ik zeker geen negen kuikens, maar vier of vijf.
Een dag later staan ze weer bij mijn hekje. Met z'n tweetjes. Geen baby-eend te bekennen. Ik voer ze. Hij laat haar weer eten voor hij zelf begint. Als ze hun buikjes vol hebben volg ik ze op geruime afstand naar de gracht, ik wil die kleintjes zien. Maar ik vind ze niet. Het zal toch niet zijn dat de vissen er wat hebben gegrepen?
Een paar dagen later spreek ik de buurman. "Ze zijn allemaal opgegeten. De meeuwen, die pikten ze zo uit het water, zo naar! Heb geprobeerd ze weg te jagen, maar daar kon ik nooit bij." Ik vind het zo zielig. Alle kuikens dood. Vogelvoer. Wat er bij papa- en mama-eend door hun koppies gaat, daar kan ik alleen maar naar raden.

Nu is het november. Eten komen ze allang niet meer halen, ineens was het klaar. Maar terwijl de ganzen en ook de meeste eenden allang vertrokken zijn, dobbert dit mooie stel nog steeds in de gracht. Wachtend op het voorjaar, voor altijd bij elkaar.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant