'Toen ik ouder werd vielen de dingen pas op hun plek.' Foto: Alize Hillebrink
'Toen ik ouder werd vielen de dingen pas op hun plek.' Foto: Alize Hillebrink

Zutphense Leeuw oktober 2017 - An Stein: 'Je moet het wel zelf meegemaakt hebben'

Algemeen De Zutphense Leeuw

Zutphense helden, u kent ze wel. Ze zetten zich met hart en ziel in voor de samenleving. Onmisbaar zijn ze, maar wat drijft hen, wat is hun geheim? De Zutphense Leeuw is een schriftelijke onderscheiding die Alize Hillebrink namens Contact uitreikt aan deze helden. De Zutphense Leeuw van deze maand is An Stein. 

Ze was nog maar acht, maar weet het nog tot in detail te vertellen. Ieder jaar vertelt An Stein (81) aan de kinderen van de Jan Ligthartschool over het bombardement dat op 14 oktober 1944 een deel van Zutphen en haar ouderlijk huis aan de Rozengracht verwoestte. 'Ik was naar een verjaardagsfeestje'.

Op de foto in het Zutphens Dagblad staan mijn ouders met een handkar en een paar schamele bezittingen. Ze kijken naar de ravage. 
Ik was naar een verjaardagsfeestje. Daar hoorden we dat er aan de Rozengracht geen huis meer stond. Ik schrok toen ik mijn ouders zag. Helemaal grijs van het stof en in shock. Het was vreselijk. 
We konden niet terug naar huis en werden geëvacueerd naar Wichmond. Daar waren we veilig. Dachten we. Maar een paar maanden later vlogen de bommen over de boerderij en werd mijn vader geraakt door een granaatscherf, in zijn hals. Was dat maar een andere plek geweest, dan had hij het wel overleefd. 
Ik was niet thuis toen het gebeurde. De knecht kwam mij halen. Bid maar een weesgegroetje voor je vader, zei hij. Daar zag ik mijn moeder. Ze trok de graspollen uit de grond van verdriet. 
Tijdens de begrafenis werd de lijkenkoets ook nog gebombardeerd. Ze schoten op alles wat bewoog. De paarden vlogen in galop en onze stoet werd uit elkaar gedreven. Hij was 39, en ik bleef alleen achter met mijn moeder.
In de tijd van de wederopbouw was geen tijd voor medeleven. Iedereen was met zichzelf bezig, het leven weer oppakken en opbouwen. Flink zijn, dat was het. 
De eerste jaren woonde ik met mijn moeder overal. Gezinnen kregen voorrang en wij waren maar met z'n tweeën. Uiteindelijk is mijn moeder in tranen naar de burgemeester gegaan en heeft ze onder voorwaarde dat ze een kostganger in huis nam een huis gekregen. Dat kwam goed uit, want mijn vader had maar een klein pensioen. 
Je kunt het natuurlijk niet vergelijken met de oorlogen die er nu plaatsvinden. En of je een oorlog als volwassene of als kind meemaakt maakt ook verschil. Je moet het wel zelf meegemaakt hebben. Het gaat je hele leven met je mee. Het is een deel van mijn leven. 
Je wilt de kinderen van nu er iets van meegeven. Dat het niet altijd maar mooi is. Kom je volgend jaar weer vragen ze. En: mevrouw mag ik u een knuffel geven?
Toen ik ouder werd vielen de dingen pas op hun plek. Mijn geheugen is als een ladekast vol laden. Af en toe doe ik er één open. Verdriet kan ik niet tonen, wel voelen. Zolang ik dit nog kan blijven doen, doe ik dat. Delen is belangrijk.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant